De moordenaar van Pim Fortuyn is in het Pieter Baan Centrum onderzocht.
Dat onderzoek had als resultaat dat hij zo normaal werd bevonden dat hij daardoor volledig toerekeningsvatbaar voor zijn daden werd geacht.
Op basis van de toch wel summiere informatie, die voor het publiek beschikbaar was, stelden andere deskundigen eenvoudigweg een diagnose van het Syndroom van Asperger.
Daarop reageerden dan weer de deskundigen van het Pieter Baan Centrum door bozig op te merken dat ze wel degelijk naar Autisme en daaraan verwante stoornissen hadden gekeken, maar nee, hij voldeed toch echt niet aan de criteria.
Op basis van de bekend zijnde persoonlijkheidskarakteristieken kon echter ook wel een diagnose van obsessieve-compulsieve stoornis worden opgesteld.
Dit publieke twistgesprek onder deskundigen levert twee interessante vragen op:
De eerste is: als deskundigen het al niet eens kunnen worden over het bestaan, of de ernst van een bepaalde stoornis, hoeveel waarde moet dan gehecht worden aan een diagnose wanneer je kind door een 'eenvoudige' huisarts plotseling een label op zijn voorhoofd geplakt krijgt. En kennelijk hebben de verschillende stoornissen uiterlijke verschijningsvormen die zoveel op elkaar lijken dat zelfs deskundigen er maar lastig eentje kunnen uitzoeken. Lijken ze zo vreselijk veel op elkaar of zijn ze eigenlijk in meer of mindere mate gelijk? Met als gevolg dat het volslagen onbelangrijk is geworden welk label iemand opgeplakt krijgt.
De tweede vraag is veel interessanter: Wat is (nu eigenlijk) normaal? Niet een eenvoudig te beantwoorden vraag omdat normaal nog moeilijker te definiëren is als abnormaal. Er bestaat onder psychologen echter redelijke overeenstemming dat de onderstaande karakteristieken emotioneel welbevinden karakteriseren. Deze karakteristieken maken geen scherp onderscheid tussen de geestelijk gezonde en de geestelijk zieke mensen. Ze laten meer karaktertrekken zien die een normaal persoon in een grotere mate heeft, dan een persoon die als abnormaal is gediagnosticeerd.
1. Efficiënte kijk op de werkelijkheid
Normale mensen zijn redelijk realistisch
bij het inschatten van hun reacties en bekwaam-
heden.
Ze zullen ook redelijk kunnen interpreteren wat er in de wereld om hen heen aan de hand is.
Handboek PDD-NOS Column: augustus 2003