Jaargang 1
Nummer 1 - februari 2003
Sietie Roukema - Moeder

Ontwikkelingsstoornissen en school

Inleiding
Hebben jullie ook het gevoel dat je tegenwoordig steeds vaker in de krant of op de televisie iets tegenkomt over zaken als PDD-NOS, ADHD of dyslexie? En betekent dat gevoel dat zoiets werkelijk het geval is of schrijven ze elkaar in de media maar een beetje na. Spieken ze soms van elkaar? En als die problemen al vaker voorkomen dan vroeger, hoe komt dat dan? Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen die verschillende 'stoornissen'? We hopen in deze column (en de volgende) meer helderheid over dat brede onderwerp te verschaffen.

Vroeger
Vroeger was het leven een stuk overzichtelijker. Als je vroeger een probleem had waardoor je minder kon meekomen op school dan werd er wel gezorgd voor een passend baantje. Je ouders regelden dat je (bijvoorbeeld) bij de boer kon werken. Je ploeterde van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat op de akkers tussen de aardappelen. Daarna kwam je bekaf thuis, at een paar boterhammen of zuurkool met worst, en je dook uitgeput je bed in. Tot de volgende ochtend vroeg het hele ritueel weer opnieuw begon. Er zat structuur in je leven.

Op school was het leven ook een stuk eenvoudiger dan nu het geval is. Een meester of juf hield een strikte orde in de klas. Je zat in een rij, moest stil zitten met de armen over elkaar en je stak je vinger op als je iets wilde vragen. Er was respect, er was overwicht. Er zat structuur in je leven.

Nu
Ondertussen is het leven een stuk ingewikkelder en veeleisender geworden en is iedereen veel mondiger en zelfstandiger geworden.




Handboek PDD-NOS Column: februari 2003

Het lijkt alsof onze kinderen sneller volwassen moeten worden dan vroeger. Dat ze minder lang kind kunnen zijn. Op school wordt er veel sneller een beroep gedaan op de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van een kind. Een gemiddeld kind bepaalt de maat. Maar niet ieder kind is hetzelfde. Niet ieder kind ontwikkelt zich met dezelfde snelheid. Sommige kinderen lopen leerachterstanden op doordat ze te weinig (noodzakelijke) structuur krijgen tijdens de les.

Ontwikkelingsstoornissen
De hersenen zijn een ontzettend ingewikkeld orgaan. We geloven dat de hersenen nog geen tien procent van hun capaciteit gebruiken wanneer ze op topcapaciteit werken. Wat we met die overige negentig procent doen? We weten het gewoon niet. De ontwikkeling van de hersenen tijdens de zwangerschap is ons ook volkomen duister. Maar wat we wel weten is dat er tijdens die ontwikkeling snel iets mis kan gaan. Een virusje is snel opgelopen nietwaar? Bovendien heeft de erfelijkheid ook nog een behoorlijke invloed. Heb je zelf een ontwikkelingsstoornis dan kan je die soms aan je kinderen doorgeven.

En het gevolg van een stoornis in de ontwikkeling van de hersenen kan natuurlijk een stoornis in de werking van die hersenen opleveren. Zo'n stoornis kan een leven lang onopgemerkt blijven, maar kan ook leiden tot wat kleinere of grotere problemen, de ontwikkelingsstoornissen. Die ontwikkelingsstoornissen uiten zich vervolgens in gedrag dat de geleerden hebben onderverdeeld in problemen met namen als PDD-NOS, ADHD, dyslexie, en nog vele andere.

Dus komen ontwikkelingsstoornissen vaker voor dan vroeger? We weten het niet zeker, maar waarschijnlijk zijn we altijd blind geweest voor iets dat er altijd al was.