Jaargang 1
Nummer 3 - juni 2003
door: Fred de Vries - Auteur

Autisme, PDD-NOS, McDD en MDD

Dr. Leo Kanner was in 1943 de eerste die autisme als stoornis beschreef. Daardoor werd autisme in het begin ook wel Kanner's syndroom genoemd. Hij rapporteerde over elf kinderen, die een schijnbaar aangeboren gebrek aan interesse in andere mensen hadden. In tegenstelling daarmee waren deze kinderen zeer geïnteresseerd in ongebruikelijke aspecten van hun 'levenloze' omgeving. Na deze eerste beschrijving van autisme bleek dat de eerste tientallen jaren daarna in het teken stonden van een gebrek aan consensus over de precieze definitie van bepaalde aspecten van het syndroom, waardoor verder onderzoek behoorlijk belemmerd werd. Bovendien werd aangenomen dat autisme later overging in meer ernstige vormen van geestelijke stoornissen in volwassenen, in het bijzonder schizofrenie. Het idee dat autisme een vroege uitingsvorm van schizofrenie zou zijn maakt in ieder geval duidelijk dat de term schizofrenie ook zeer ruim werd ingevuld. Bovendien was het lastige van het gebruik van het woord 'autisme' door Kanner, dat het woord in eerste instantie al sinds 1912 werd gebruikt om de in zichzelf gekeerde manier van denken te beschrijven die bij schizofrenie wordt aangetroffen. Het duurde vele jaren voordat het onderzoekers duidelijk was geworden dat autisme en schizofrenie twee totaal verschillende ziektebeelden waren.

Maar toch bleef het idee hangen dat autisme samen met schizofrenie een bepaald continuüm vormde. Tot in de jaren 70 van de vorige eeuw kregen kinderen met autisme vaak het label 'jeugd schizofrenie' opgeplakt, maar de laatste dertig jaar is die term toch langzamerhand in onbruik geraakt. Dachten we.

Want er zijn, volgens recent Amerikaans onderzoek, kennelijk kinderen, die alle kenmerken vertonen van autisme, maar schijnbaar ook die van de emotionele instabiliteit en de gestoorde gedachteprocessen, die op schizofrenische symptomen lijken. Men heeft voor deze specifieke stoornis de term Multiplex Developmental Disorder (MDD) of Multi-complex Developmental Disorder (McDD) verzonnen.


Handboek PDD-NOS Column: juni 2003

De diagnostische criteria voor autisme houden zich immers bezig met sociale, communicatieve en sensori-motorische symptomen, zonder dat enige aandacht wordt besteed aan de gedachtenstoornissen.

Het is echter bijzonder lastig om bij een kind met autisme vast te stellen of deze de bij schizofrenie horende problematische gedachten heeft. Genoemd worden dan plotselinge, irrationele inbreuken op normale gedachten, magische gedachten, verwarring tussen realiteit en fantasie, en waanideeën zoals paranoïde gedachten of fantasieën over het hebben van speciale krachten.

Het grote probleem van een kind met autisme is immers het gebrek aan communicatie. Hoe moeten we in hemelsnaam vaststellen wat zijn precieze gedachtewereld is terwijl we niet eens weten wat hij bij benadering denkt en voelt.

Nog verwarrender is het dat in Nederland door medici de term McDD of MDD wellicht gebruikt gaat worden om PDD-NOS nader te specificeren. Sommigen van hen vinden de term PDD-NOS kennelijk te vaag en te veelomvattend om als diagnose gebruikt te worden. Dus krijg je krampachtige onderverdelingen als: PDD-NOS, subtype MDD of McDD.

Anderen menen weer dat MDD een andere term voor PDD-NOS kan zijn omdat het woord 'pervasive' in het Nederlands niet juist vertaald kan worden.

Een vervelende ontwikkeling menen wij. Drie totaal verschillende diagnoses die dezelfde naam zouden moeten krijgen. Dat kan alleen maar tot verwarring leiden. En dat is nu juist iets waar we al genoeg last van hebben.

PDD-NOS is wel degelijk een goed te hanteren diagnose voor kinderen en ouders. Met een diagnose PDD-NOS, waarbij deze stoornis ruim wordt geïnterpreteerd, kunnen ouders, gewapend met de kennis uit ons Handboek PDD-NOS, de strijd met deze ontwikkelingsstoornis aangaan.