Het rekenkundige broertje van dyslexie wordt dyscalculie genoemd.
Het is nog wat minder bekend dan dyslexie, maar is ondertussen aan een vrijwel onstuitbare inhaalrace bezig.
Het woord 'dys' komt uit het Grieks en betekent 'slecht' en 'calculus' komt uit het Latijn en betekent 'rekenen',
waardoor de stoornis te vertalen is als rekenstoornis.
Maar ook hier wreekt zich dat een groot en veelomvattend probleem zich maar moeilijk laat vangen in een enkel woord.
Natuurlijk hebben kinderen met dyscalculie problemen met rekenen, maar dat is slechts het probleem waar ouders en leerkrachten voor het eerst vermoedens krijgen dat er iets aan de hand is.
In de Engelstalige wereld wordt deze stoornis de Mathematics disorder genoemd en dat dekt al iets meer de lading.
De diagnose dyscalculie mag volgens de DSM-IV pas worden gesteld indien de rekenkundige vaardigheden van een kind onder het gemiddelde liggen van wat er van een kind op zijn leeftijd verwacht mag worden en er geen sprake is van 'niet willen'.
Dyscalculie is een probleem in de automatisering van het rekenen.
Rekenen is echter een vaardigheid die een beroep doet op behoorlijk wat verschillende processen in de hersenen.
Genoemd kunnen worden het leren van de betekenis van getallen en hoeveelheden, het aanleren van rekenprocedures en, belangrijk voor de latere wiskunde, het ruimtelijk inzicht.
Tijdens de eerste jaren op het basisonderwijs worden deze vaardigheden intensief geoefend met het doel ze te automatiseren.
En daar gaat het soms mis. De automatisering werkt bij sommige niet of onvoldoende waardoor achterstanden gaan ontstaan.
Net als bij dyslexie kunnen ouders en leerkrachten bij rekenproblemen van kinderen letten op bepaalde kenmerken,
die kunnen wijzen op het voorkomen van dyscalculie:
Handboek PDD-NOS Column: januari 2004