Jaargang 2
Nummer 3 - maart 2004
door: Elke van Hoof - Professor, klinisch psychologe en stress-expert

PDD-NOS versus CVS

Inleiding
Fred de Vries suggereert dat CVS soms een uiterlijke verschijningsvorm van PDD-NOS is. De auteur geeft aan dat bij CVS soms sprake is van een onzekere, in zichzelf gekeerde persoonlijkheid met een negatief zelfbeeld. Iemand met PDD-NOS heeft in meer of mindere mate tekortkomingen in zijn sociaal gedrag. En het is natuurlijk geestelijk vermoeiend om steeds maar weer aan al die eisen van alledag te moeten en kunnen voldoen. Een ander argument, aangebracht door Fred de Vries, behelst de ratio jongens/meisjes. CVS komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens en kan dus, net als anorexia nervosa, een meer vrouwelijke vorm zijn van PDD-NOS. Het gaat Fred de Vries om de achterliggende oorzaken. Als die terug te voeren zijn op een aantoonbare zwakte op communicatief en sociaal gebied, en op het gebrek aan 'plooibaarheid', dan acht hij het een goede en werkbare starttheorie om te zeggen dat PDD-NOS en CVS tot dezelfde familie van stoornissen behoren.

CVS
Het chronisch vermoeidheidsyndroom is inderdaad een aandoening die wordt gekenmerkt door chronische, abnormale vermoeidheid en spierpijn, soms gecombineerd met een verminderde geheugenfunctie en emotionele labiliteit. Dit is echter niet alles. Er zijn twee grote groepen CVS-patiënten: een groep van patiënten die een plots begin beschrijven en patiënten die geen duidelijk beginpunt kunnen geven. Van de patiënten met een plots begin rapporteert meer dan 90% een virale infectie van de bovenste luchtwegen als beginpunt. De meest aanvaarde theorie rond CVS geeft aan dat deze patiënten de infectie kregen in combinatie met een zware stressperiode in hun leven. De combinatie van deze twee fenomenen op hetzelfde moment zorgt ervoor dat de immuniteit chaotisch verloopt. Deze chaos veroorzaakt uiteraard ook voor de nodige bijkomende problemen zoals opportunistische infecties en psychologische problemen. Uiteindelijk verzeilen de CVA-patiënten met een plots begin in een neerwaartse spiraal. CVA-patiënten die geen duidelijk beginpunt kunnen vastpinnen, maar een geleidelijk begin rapporteren zijn een volledig ander verhaal. Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt dat deze patiënten gekenmerkt worden door 'victimization'. Deze patiënten rapporteren psychotrauma, langdurige psychische stressperioden en verscheidene fysieke stressoren in de aanloop naar CVS. Deze populatie is kwetsbaar voor psychiatrische diagnosen naast hun CVS. Uiteindelijk raakt ook hier de immuniteit uit balans en eindigt dit in een vicieuze cirkel.


Handboek PDD-NOS Column: februari 2004

Gedrag
Onderzoek geeft aan dat CVS-patiënten vóór hun aandoening heel actieve, bedrijvige en sociale mensen bleken. Vaak zetelden ze in verschillende clubs en hadden een uitgebreide vriendenkring. Ze waren succesvol in verschillende rollen. Door hun CVS werden deze patiënten verplicht rol per rol af te geven omwille van hun klachten. Hun partners omschrijven hen als 'veranderd sinds de start van CVS' en bestempelen dit als 'persoonlijkheidsveranderingen in de negatieve zin'. Verscheidene huwelijke stranden omwille van de veranderingen die een CVS-patiënt ondergaat. Na de aanvang worden ze prikkelbaarder, onrustig, emotioneel labiel en gevoelig.
Ze hebben sterk het gevoel dat ze de controle over hun lichaam en hun omgeving verliezen. Na genezing, echter, verdwijnen deze veranderingen volledig en bloeit elke voormalige CVS-patiënt opnieuw open. CVS-patiënten hebben inderdaad een aantal cognitieve problemen.
Uit de literatuur wordt algemeen aanvaard dat deze problemen zich voornamelijk in de frontale hersenkwab situeren, met name de integratie van verschillende informatiestromen. Neurocognitief vinden we stoornissen in de executieve functies (het gebruik van verschillende systemen tegelijkertijd), problemen met het korte-termijn-geheugen en concentratie- of aandachtsproblemen. Deze problemen verdwijnen eveneens weer bij genezing.

PDD-NOS en CVS
Alhoewel een oppervlakkige beschrijving van CVS inderdaad gelijkenissen vertoont met PDD-NOS, hebben we het over twee verschillende fenomenen. Door die gelijkenissen rijzen er toch een aantal interessante onderzoeksvragen.
Omdat het gedrag van CVS-patiënten gelijkend is met sommige gedragingen van PDD-NOS, worden misschien dezelfde hersengebieden beinvloed. Maar daar deze patiënten na genezing geen enkel PDD-NOS-like fenomeen meer vertonen, kan men beide moeilijk in dezelfde categorie plaatsen. CVS verdwijnt bij een adequate behandeling terwijl PDD-NOS een levenslange aanpassing en behandeling vraagt.
Persoonlijk neem ik aan dat CVS-patiënten tijdens hun aandoening een soort verworven PDD-NOS-like probleem vertonen dat echter door genezing weer wordt opgeheven.