Door: Fred de Vries - Auteur
Vanaf 1976 is in de Opiumwet de scheiding opgenomen tussen de harddrugs (de stoffen op lijst I van die wet) en de softdrugs (de stoffen op
lijst II van die wet). Het argument was dat 'op grond van wetenschappelijke inzichten' onderscheid moest worden gemaakt tussen drugs met
onaanvaardbare risico's voor de gezondheid, zoals heroine, cocaine en synthetische drugs, de zogenaamde harddrugs, en hennepproducten
(hashish en marihuana), de zogenaamde softdrugs, waarvan de risico's minder groot werden geacht. Zelfs in het laatste beleidstuk van de
regering, de zogenaamde cannabisbrief van 2004, wordt het bovenstaande nog rustig opgeschreven.
Je zou dus verwachten dat er in de loop van de jaren veelvuldig en diepgravend wetenschappelijk onderzoek is gepleegd naar de juistheid van
die indeling, maar niets is minder waar. Het blijkt dat de indeling tussen harddrugs en softdrugs grotendeels willekeurig is en ondertussen
al behoorlijk achterhaald lijkt door de tijd.
Om maar eens iets te noemen: het gebruik van hallucinerende paddestoelen en cactussen wordt onder het gebruik van harddrugs geschaard. Hoewel
er natuurlijk bepaalde gevaren aan het gebruik zitten worden deze middelen slechts gebruikt om te trippen. Dat wil zeggen voor een reis naar
een ander bewustzijn. Deze hallucinerende middelen zijn niet verslavend en het is zelfs zo dat, hoe meer en hoe vaker je wilt gebruiken, hoe
minder effect ze zullen hebben. Je zult dus ook nooit een junk tegenkomen die verslaafd is aan een hallucinerend middel.
Hash en wiet vallen onder de zogenoemde softdrugs. Een classificatie, die je zou doen vermoeden dat je met enig beleid een verslaving in de
hand kunt houden. De belangrijkste werkzame stof in hash en wiet is de THC (delta-9-tetrahydro-cannabinol). Uit onderzoek blijkt ondertussen
dat hash van buitenlandse herkomst gemiddeld een percentage van 6.2% aan THC in zich draagt. Door selectief kweken zijn de Nederlandse kwekers
er in geslaagd om hun nederwiet zodanig aan te passen dat het gemiddelde percentage aan THC een schokkende 18.0% is. Dat kan toch met de beste
wil van de wereld geen softdrugs meer genoemd worden? De nederwiet hoort tegenwoordig gewoon onder de softdrugs geclassificeerd te worden.
Als je vroeger een stickie rookte dan had je aan eentje genoeg om een avond gezellig in hogere sferen te zijn. Tegenwoordig heb je de kans dat je
na drie voorzichtige trekjes bewusteloos op de bank ligt. Vandaar dat je tegenwoordig ook steeds meer 'probleemblowers' zult tegenkomen. Kansarme
jongeren die blowen? Of zijn het kansrijke jongeren die zichzelf kansarm blowen? Overmatig blowen heeft namelijk echt wel lange termijn effecten.
Handboek PDD-NOS Column: januari 2005
Maak maar eens even een praatje met zo'n probleemblower. Zijn hele leven speelt zich af op de vierkante meter: thuis hangend op de bank,
buiten is hij op weg naar de coffeeshop, is hij er of komt hij er net vandaan. Grote plannen worden gesmeed om gemakkelijk rijk te worden,
maar worden nimmer ten uitvoer gebracht.
Met een stevige ruggengraat is een stickie op zijn tijd misschien niet al te gevaarlijk, maar die onzichtbare grens is al snel overschreden.
Softdrugs en hard use gaan echt nooit samen.
Vreemd is het ook dat paddestoelen en cactussen wel onder de Opiumwet vallen, terwijl alcohol en sigaretten niet onder een soortgelijke
regulering zijn getrokken. Overmatig gebruik van alcohol en sigaretten leveren veel meer menselijk leed op en verminderen duidelijk de kwaliteit
en de duur van het leven. Van het gebruik van hallucinerende stoffen kan met enig gevoel voor drama zelfs gezegd worden dat ze er in sommige
gevallen zelfs voor zorgen dat je een beter inzicht in jezelf kunt krijgen en dát kan de kwaliteit van je geestelijk leven behoorlijk verrijken.
Maar ook bij onoordeelkundig gebruik van die paddestoelen en cactussen moet ter waarschuwing wel opgemerkt worden dat je enorm op moet passen
om niet de verkeerde soort te plukken en te gebruiken. Want dat kan inderdaad in uitzonderingsgevallen wel degelijk dodelijk zijn. Handig dus
dat er smartshops bestaan om dat vervelende probleem te voorkomen. Jammer dat het volgens de Opiumwet eigenlijk weer verboden is wat daar
gedaan wordt.
Ietwat verouderde slaapmiddelen, zoals de overbekende benzodiazepines (diazepam, temazepam, oxazepam, enzovoorts), hebben een veel grotere
verslavende werking dan algemeen gedacht wordt. Zo langzamerhand is dat algemeen bekend in de medische wereld en het wordt nu zelfs aan
artsen aanbevolen om een kuur met deze middelen niet langer dan drie weken te laten duren. Toch zijn er duizenden mensen die lichamelijk
en geestelijk aan deze middelen verslaafd zijn geraakt. En dat nog steeds zijn. Niemand weet echter dat al deze veel voorgeschreven
slaapmiddelen doodgewoon op lijst II van de Opiumwet staan en zich daar in het gezelschap van hash en wiet bevinden.
Zonder recept van je huisarts even een pilletje temazepam slikken van je vriend of vriendin betekent dus gewoon een overtreding van de Opiumwet.