Door: Fred de Vries - Auteur
Al in 1999 heeft de American Academy of Pediatrics richtlijnen uitgevaardigd waarin aan haar leden de aanbeveling
werd gedaan dat het beter zou zijn dat kinderen, jonger dan 2 jaar, geen televisie zouden moeten kijken. Bovendien
werd gesteld dat kinderen, van welke leeftijd dan ook, nimmer een televisie op hun slaapkamer zouden moeten krijgen
omdat het kijken naar televisie 'de vroege ontwikkeling van de hersenen negatief zou beïnvloeden'. Dit zorgelijke
feit was dus in 1999 al zodanig bekend en wetenschappelijk onderbouwd dat een vooraanstaande Amerikaanse
beroepsvereniging van opvoedkundigen dat in hun vakblad Pediatrics heeft opgenomen.
Hij ontdekte dat er een soort regel bestaat: voor ieder uur dat per dag naar de televisie gekeken werd in de leeftijd
tussen één en drie jaar is er een bijna tien procent hogere kans op het ontwikkelen van aandachtsproblemen, die als
deze kinderen een jaar of zeven zijn, de diagnose ADHD kan opleveren.
Een peuter, die per dag drie uur televisie kijkt, heeft een 30% grotere kans om later aandachtstoornissen te krijgen.
De snelheid waarmee de hersenen van een kind gedurende zijn eerste levensjaren zich ontwikkelen is enorm groot. Als we
een kind soms urenlang voor de televisie laten hangen en wanneer het kind helemaal opgaat in de programma's worden
gedurende die periode helemaal geen nieuwe neurale paden aangemaakt. Een kind zit vaak, bijna gehypnotiseerd kijkend,
stil en voert zelf geen enkele (fysieke of mentale) activiteit uit. Bij dit soort simpel vermaak hoeft niemand immers
na te denken? Langdurig televisiekijken is dus doodgewoon verloren tijd voor de ontwikkeling van de hersenen. En dat
is weer cruciaal omdat die ontwikkeling van het brein, zoals al is gezegd, onherroepelijk bij een jaar of drie zal
stoppen. Opgelopen achterstanden haalt je kind nooit meer in. Beschadigingen of onjuist aangelegde neurale paden kunnen
niet meer gerepareerd worden.
Televisiekijken is dus bijna letterlijk en figuurlijk geestdodend voor onze jonge kinderen.
Handboek PDD-NOS Column: maart 2005
Er worden in mijn ogen tegenwoordig beslist niet meer of minder kinderen geboren met ADHD, maar er worden meer kinderen
met ADHD gediagnosticeerd doordat steeds meer kinderen met (een al bestaande) ADHD in deze prikkelrijke tijd chronisch
teveel prikkels binnenkrijgen. Dit soort kinderen zullen daarop op hun zo overbekende wijze reageren met extreem
ADHD-gedrag. Deze extreem drukke kinderen veroorzaken daardoor veel overlast binnen het gezin. Ouders zullen zich
uiteindelijk genoodzaakt voelen om medische of psychologische hulp voor hun kind te gaan zoeken. Een diagnose van ADHD
is dan vervolgens snel gesteld.
Er ontstaan dus geen nieuwe gevallen van ADHD, maar de kinderen met ADHD zullen door hun overgevoeligheid voor prikkels
meer op de prikkels van de altijd maar aanstaande televisie reageren. Daardoor worden er een behoorlijk aantal nieuwe
diagnoses gesteld. Het is slechts het resultaat van te jonge kinderen, die misschien te lang naar de televisie hebben
gekeken.
Van speciaal op kinderen gerichte televisieprogramma's, zoals de Teletubbies, met hun simpele verhaallijnen, felle
kleuren en snelle scènewisselingen, willen de makers ons laten geloven dat ze zo leerzaam voor onze kinderen zijn.
Maar het kan achteraf best zo zijn dat juist dit soort 'leerzame' programma's funest blijken te zijn en uiteindelijk
de oorzaak zijn van het pas op wat latere leeftijd aan het licht komen van aandachtsstoornissen, leerstoornissen,
gedragsstoornissen en ontwikkelingsstoornissen. Je hebt altijd het beste met je kind voor, maar die zogenaamd leerzame
programma's creëren onbedoeld en ongewenst misschien wel een kind dat later mogelijk nodeloos de diagnose ADHD zal
kunnen krijgen.
Veel meer info over dit en andere onderwerpen over ADHD kun je lezen in mijn boek
'Tornado - Handboek ADHD'.
Kijk alvast even
hier.