Jaargang 4
Nummer 5 - mei 2006
Sylvia Roosendaal - Gezinscoach, auteur

School, pffff…

"Mam, wat heb ik aan die school?" Dat is ongeveer de strekking van mijn 11-jarige zoon als we 's avonds voor het slapen gaan over zijn topografiekaart hangen om de kleine en grote plaatsen en de rivieren in Groningen in zijn hoofd te stampen. Hij heeft geen idee wat hij hier aan heeft. En hoe moet ik hem dat uitleggen? Wanneer we ergens naar toe gaan, rijd ik of zijn vader de auto. Zelf hoeft hij niet te weten hoe hij ergens komt. Wij brengen hem overal nog naar toe. Zelfs de trein brengt ons zonder moeite van Wormerveer naar Groningen. Waarom zou je dan in hemelsnaam al die plaatsen uit je hoofd moeten kennen??? Leg dat maar eens uit aan een jongetje van 11. Zelf ben ik ook geen topografisch wonder. Jesse ziet mij voordat ik ergens naar toe ga altijd snel even de routeplanner raadplegen. En deze heeft me altijd netjes voor de deur afgeleverd. Waarom zou je al die plaatsen in je hoofd stampen als de moderne wetenschap er voor gezorgd heeft dat je zonder parate kennis ook wel op de plaats van bestemming komt? Als niet geografisch wonder weet ik amper dat Groningen de hoofdstad is van Groningen en toch red ik me als volwassene prima in deze wereld. Jesse is niet dom en hij heeft deze talenten dan ook allang al gezien, onderzocht en overgenomen.

Jesse heeft na 8 jaar onderwijs nog steeds geen idee wat school voor toegevoegde waarde biedt in zijn leven. Alles wat hij weten wil, vindt hij razendsnel op de computer. De dingen waarin hij echt geïnteresseerd in is weet hij feilloos. Ik zie hem vol verbazing hele technische verhandelingen staan te voeren met jongens van 16 jaar op de skateboardbaan. En je kunt hem rustig een half uurtje alleen laten met de man uit de speciale skateboard-winkel. Zij onderhandelen dan over de wieltjes onder zijn skateboard. Ik heb toch geen idee waar hij het over heeft! Afgelopen zomer heeft Jesse mij uit de brand geholpen met een fietssleuteltje dat in het slot was afgebroken. Zonder moeite, met het geduld van een engel en de creativiteit van … heeft hij het sleuteltje uit het slot gehaald en het reserve sleuteltje er voor mij ingestopt. Dit is waar zijn wereldje om draait. Niet om Groningen en de Waddenzee. Ik ben er van overtuigd dat wanneer Groningen zijn aandacht trekt, hij binnen de kortste keren een weg op internet heeft gevonden waar hij alles over Groningen vinden kan. Hoe kan ik hem als ouder dan duidelijk maken dat scholing belangrijk is? Hoe kan ik het hebben over een toekomst? Of de keuzemogelijkheden die hij krijgt wanneer hij nu even zijn best doet op school. Uit alles wat ik hem zou vertellen zou mijn angst spreken. Mijn angst dat als hij nu zijn best niet doet hij later niet kan doen waar hij zin in heeft. Met als gevolg dat de kans dat hij niet gelukkig zal worden velen malen wordt vergroot. Maar hoe kan ik dat denken als zowel ik als zijn vader niet doorgeleerd hebben en toch heel gelukkig zijn in ons werk nu? Zijn vader omdat hij op latere leeftijd heeft doorgeleerd en ik omdat ik werk doe vanuit mijn hart. Hoe kan ik hem serieus vertellen dat de kansen dat hij gelukkig wordt vele malen groter zouden worden als hij nu zijn best doet op school terwijl we beide daar geen voorbeelden voor zijn? Hoe kan ik hem überhaupt iets vertellen als het door angst is ingegeven? Nu draait zijn leven om skaten, crossen, zich meten met zijn vrienden, de wereld ontdekken met zijn opa etc. etc. Kortom, leven met de dag en plezier maken. Leven vanuit de liefde voor het leven zelf. En wat is daar mis mee? Dat is toch precies waar zijn vader en ik na jaren zoeken ook voor gegaan zijn?

Jesse is 11 jaar oud en dit jaar zal hij geconfronteerd worden met de vraag: "Wat wil je later worden, Jesse?" In de hoop dat hij daardoor gemotiveerd zal raken. Een school kan kiezen die bij hem past en daardoor één, twee in de maat hopelijk met veel plezier zijn best gaat doen op school. Is dat niet een beetje veel gevraagd voor een kind dat nog zo zijn leven aan het leven is, nog zo zijn eigen mogelijkheden aan het ontdekken is?

Het leven is een spel. Zo ook de school. Jesse gaat zonder moeite de strijd aan met juf. Als juf aan hem vraagt of hij iets verbeteren wil dan zegt hij rustig: "Nee". De in zijn ogen terechte gekregen strafwerk doet hij zonder morren. Wanneer juf in haar machteloosheid haar macht "mis"bruikt en onterecht strafwerk opgeeft, zal hij deze als een soort marteling tot in de precisie uitvoeren. Hoe lang het ook duurt. Hoe vaak de juf ook zegt dat hij wel stoppen mag. Hij gaat door en zal het afmaken om te laten zien hoe onterecht de juf heeft gehandeld in zijn ogen. Jesse vraagt daarbij om gelijkwaardigheid. Wanneer je iets vraagt kun je nee verwachten. Wanneer je je macht misbruikt zal hij je laten zien hoe onrechtvaardig je bent geweest. Juf zit geregeld met haar handen in het haar. Hoe motiveer je een kind dat niet gemotiveerd wil worden? Hoe kun je zonder je macht te misbruiken het kind aanzetten om het beste uit zichzelf te halen? Waar het (jammerlijk) eigenlijk op neer komt is: Hoe kunnen wij het kind zo snel mogelijk in het zelfde keurslijf duwen als waar we ons zelf in hebben laten duwen? Het keurslijf wat veilig en vertrouwd voelt maar waar we al snel van zullen ontdekken wanneer we even diep in ons hart kijken, beslist niet comfortabel voelt. Hoeveel mensen zullen werkelijk het werk doen waar hun hart ligt?

Zodra Jesse het machtspelletje voelt gooit hij zijn kont tegen de krib. Dan gaat het helemaal niet meer om school dan gaat het om rechtvaardigheid. Jesse neemt het graag voor de hele klas op. "Anders denkt ze dat ze hier altijd mee door kan gaan!" is een veel gemaakte uitspraak. Daarmee wil hij zeggen: Als ik er niets van zeg dan zal ze het nooit door krijgen. Het gaat dan helemaal niet meer om het wel of niet willen leren. Het gaat dan zuiver om rechtvaardigheid. Uiteindelijk laten kinderen als Jesse je alleen maar zien op welke vlakken je jezelf beperk. Op welke vlakken je vasthoudt aan oude waarden en normen in plaats van je leven te leven volgens je eigen waarden en normen. Jesse is een geweldige spiegel voor zijn omgeving omdat hij zo duidelijk uiting geeft aan zijn mening. Hoogst vermoeiend maar als je er naar durft te luisteren ook bijzonder leerzaam. Gelukkig heeft Jesse een juf uit duizenden getroffen. Een juf die op Jesse's stelling: "Dus het ligt allemaal aan mij? Ik moet veranderen?" Durft te zeggen: "Nee Jesse, ik ben hier de volwassene. Ik moet een situatie creëren waarin we ons beide goed voelen".


Handboek PDD-NOS Column: mei 2006

Met Jesse kom ik geregeld voor dilemma's te staan. Aan de ene kant vindt ik dat ik vertrouwen moet hebben in hem. Hij komt er wel. Op zijn manier en op zijn tijd. Aan de andere kant drukt de maatschappij op mij die zegt dat het kind discipline moet leren. We moeten nu eenmaal allemaal dingen in ons leven doen die we niet leuk vinden. Dat is een onderdeel van het leven. Als volwassen kunnen we het groter geheel zien. Kinderen zijn daar simpelweg nog niet toe in staat. Ik doe dingen als de was (wat ik echt niet leuk vind hoor) omdat ik weet dat ik anders geen kleren meer heb om aan te trekken. En ik vind het idee om geen schone kleren te dragen erger dan het wassen van mijn vieze kleren. Ik ondervind onmiddellijk de consequentie van mijn gedrag. Jesse's motivatie ligt in een toekomst waar hij nog helemaal niet mee bezig is. Daar is geen duidelijke inleefbare afruil mogelijk. Als verantwoordelijke ouder wordt van mij verwacht dat ik de consequenties zie en mijn zoon, desnoods met kracht, overhaal om zijn best te doen. Dat hij het beste uit zichzelf gaat halen. Zodat hij later in de maatschappij een grotere kans van "slagen" heeft. De maatschappij verwacht van mij dat ik dat doe. Zijn juf verwacht van mij dat ik dat doe. En ik kan dat niet. Althans ik kan daar niet 100% achter staan. En zolang ik daar niet voor 100% achtersta kom ik ongeloofwaardig over voor mijn zoon. Ik zal dan mijn ouderlijke macht en kracht moeten (mis)gebruiken om hem te dwingen iets te doen waar ik zelf niet achter sta. Ik ben geen helderziende en ik kan niet voor 100% zeker weten dat hij een grotere kans heeft om gelukkig te worden wanneer hij nu zijn best doet op school. Ik heb mijn best gedaan op school. Ik ben als een keurig lief meisje mee gehuppeld in het systeem. En ben ik uiteindelijk gelukkig geworden? De eerste 10 jaar na school in ieder geval zeker niet. Ik heb pas echte momenten van geluk ervaren na een aantal zelfontwikkelingcursussen om me uit het strakke disciplinaire systeem te bevrijden wat ik zorgvuldig had opgebouwd in mijn jeugd en waar ik mijn zoon nu weer in moet stoppen. Sterker nog: de wijze woorden en daden van Jesse hebben juist bijgedragen aan het feit dat ik überhaupt aan zelfontwikkelingcursussen ging denken. Hoe kan ik dan nu voor hem beslissen dat hij zijn best moet gaan doen voor iets waar hij niet achter staat? Als dat geen dilemma is!!!

Op dit moment leven er veel kinderen als Jesse. Kinderen die het nut niet inzien van het huidige onderwijs. Kinderen die vanuit hun hart willen leven. Het leven willen ervaren vanuit liefde niet vanuit angst. Deze kinderen vragen jou als ouder om te vertrouwen op hun wijsheid. Ze vragen om geaccepteerd te worden in hun keuzes ook al komen deze keuzes niet overeen met die van jou als ouder.

Ik heb voor mezelf een oplossing gevonden. Ik heb Jesse zijn mogelijkheden laten zien. Ik heb hem de scholen aangewezen en de daarbij behorende beroepen uitgelegd waar hij uit kan kiezen als hij op deze manier omgaat met zijn schoolwerk. Ik heb hem verteld waar zijn vrienden uit de klas naar toe gaan. Met andere woorden: Ik heb hem de spelregels van de maatschappij uitgelegd. En verder heb ik hem vrij gelaten in zijn eigen wijsheid. Wat hij ook zal kiezen. En wat hij ook zal doen. Ik ben zelf gaan werken aan het vertrouwen in mij dat hij de juiste beslissing voor ZIJN leven gaat nemen. Tenslotte moet hij zijn eigen leven leiden en ik kan niet zien waar hij gelukkig van wordt. Het vergt een hoop vertrouwen en een zere tong van het bijten. Natuurlijk zijn er momenten dat ik hem door elkaar zou willen rammelen van frustratie. "Kijk nou wat je doet met je leven. Je kunt zoveel meer. Je kan zo goed leren. Gooi dat nou toch niet allemaal weg". Het zijn allemaal zinnen die op het puntje van mijn tong liggen. Maar ik slik de woorden in en ik bijt waar nodig op mijn tong. En ik besef me elke keer weer als ik deze woorden inslik dat ik hem toch niet vrij kan laten. Dat ik hem nog steeds niet genoeg vertrouw. Dat ik nog steeds denk dat ik het beter weet dan hem. Dat ik als ouder kan bepalen wat goed is voor mijn zoon. En ik weet vanuit ervaringen van het verleden waarin dit knulletje me keer op keer liet zien hoe wijs hij was, hoeveel wijzer hij was dan mij, dat ik niet kan bepalen wat goed voor hem is. Het blijft moeilijk om in onze prestatie gerichte maatschappij vertrouwen te hebben in de eigen-wijsheid en de natuurlijke nieuwsgierigheid van het kind. Het is moeilijk om zoveel vertrouwen te hebben dat hij uiteindelijk zijn weg wel zal vinden. En dat hij dat sneller zal vinden wanneer hij mijn onvoorwaardelijke liefde en vertrouwen ontvangt dan dat ik hem overlaad met mijn angst en dwing om te voldoen aan de eisen die de maatschappij aan hem stelt. Dus om terug te komen op zijn vraag: "Mam, wat heb ik aan die school?" is mijn antwoord: "Lieve schat, wat jij aan school gaat hebben kun jij en alleen jij voor jezelf uitmaken. Ik kan je alleen mijn ervaringen maar vertellen".

Meer info: www.dreamchild.nl"

Koop het laatste boek van Sylvia Roosendaal hier: