Jaargang 5
Nummer 2 - februari 2007
Maarten Meester - Filosoof, auteur

Religie versus PDD-NOS

'Sommige mensen pakken karwatsen van metaal. Aan de uiteinden zitten messen, die net geslepen zijn. Mannen maken een klein sneetje op het hoofd, waar ze vervolgens op slaan. Ritmisch. Het resultaat is een bloederig geheel.'

Een citaat uit het dagblad Trouw, over de viering van het Asjoerafeest. Sjiieten herdenken met dat feest de dood van Hoessein, de kleinzoon van de profeet Mohammed. Overigens was die dood op zichzelf ook al een vorm van zelfkastijding: volgens de overlevering viel Hoessein zijn vijand Jahied aan terwijl hij van tevoren al wist dat hij niet op kon tegen diens leger. Een ware martelaarsdood dus en zijn volgelingen doen het hem graag na, in een afgezwakte vorm dan. Zoals een van de volgelingen in Trouw zegt: 'Zo herdenken wij nu eenmaal onze imam Hoessein, we doen toch niemand kwaad? We willen de pijn van Hoessein meedragen en niemand raakt gewond.' Om zichzelf direct tegen te spreken: 'er is altijd EHBO aanwezig om de wonden te ontsmetten en te dichten.'

Wat heeft het bovenstaande met PDD-NOS te maken? Helemaal niets, is het officiële antwoord: wie PDD-NOS heeft, leidt aan een 'stoornis', valt dus buiten de boot. Wie deelneemt aan het Asjoerafeest voegt zich daarentegen in een traditie, gedraagt zich zoals een lid van zijn religieuze gemeenschap zich hoort te gedragen. En religieuze gemeenschappen doen in Nederland volwaardig mee, ze kunnen hun eigen scholen oprichten, omroepen, clubs - alles gesubsidieerd door de overheid.

Toch is bovenstaand antwoord weinig bevredigend. Met mijn broer heb ik net een boek geschreven waarin we de grote wereldreligies vergelijken. Ik durf toch wel te zeggen dat we nogal wat gevallen tegenkwamen waar de indicatie PDD-NOS veel te mild was geweest. Gezien de beperkte ruimte geef ik twee voorbeelden.




Handboek PDD-NOS Column: februari 2007

Kerkvader Aurelius Augustinus (354-430) was waarschijnlijk obsessief-compulsief. Voor zijn bekering tot het christendom had hij - zoals hij zelf toegaf - een problematisch seksleven. Opmerkelijk is dat juist Augustinus de basis heeft gelegd voor het christelijke denken over seks: de geest was heilig voor hem en het lichaam zondig.

De kabbalist Sabbatai Zevi (1626-1676) was manisch-depressief, had waanvoorstellingen en een overmatig actief libido. Toen hij een arts bezocht, bleek die net een visioen te hebben gehad: zijn volgende patiënt zou de joden verlossen. Dus in plaats van dat de arts nu eens serieus naar de klachten van Zevi keek, overtuigde hij hem ervan de messias te zijn. Zevi kreeg veel volgelingen. Sommigen bleven zelf in hem geloven toen hij zich onder dwang van de sultan tot de islam had bekeerd.

'Als een persoon lijdt aan waanvoorstellingen dan heet dat krankzinnigheid, als veel mensen daar tegelijk aan lijden, noemt men het religie', schreef Robert Pirsig al in Zen en de kunst van het motoronderhoud.

Maarten en Frank Meester zijn auteurs van "Meesters in de religie".

U kunt het boek hier bestellen:

Meesters in religie
Meesters in religie
Door: Gebroeders Meester