Jaargang 5
Nummer 10 - october 2007
Ruerdsje Halbertsma - ambulant begeleider

Beginnende geletterdheid: aanbod voor alle kleuters - Deel 2

Effect van training van vaardigheden
Eleveld deed onderzoek naar training van fonologisch bewustzijn, benoemsnelheid en letterkennis om risico's in de ontwikkeling van aanvankelijk lezen te voorkomen. Uit het onderzoek bleek dat training van het fonologische bewustzijn en letterkennis geen direct effect had op groep 1. Training van fonologisch bewustzijn en letterkennis bleek wel direct effect te hebben op kinderen uit groep 2. Het bleek dat training van vaardigheden in combinatie met letterkennis aanzienlijk meer effect had, dan alleen het trainen van losse vaardigheden. Training van benoemsnelheid had in geen van de groepen direct effect op het leren lezen.
De training van letterkennis en fonologisch bewustzijn had alleen effect op het begin van het leesproces in groep 3.

Uit het onderzoek van Eleveld destilleerde men een aantal adviezen:
- Houd risicofactoren in de gaten.
- Stimuleer geletterdheid bij alle kinderen.
- Doe lees- en schrijfactiviteiten. Oefenen van losse vaardigheden heeft weinig effect.
- Wacht niet tot kinderen er aan toe zijn. Kinderen met een risico voor dyslexie zijn er nooit aan toe.


Screening oudste kleuters t.a.v. risicofactoren voor leren lezen/spellen van Anneke Smits:
Vroegtijdig signaleren is van belang, omdat preventieve signalering en interventie veel lees- en spellingproblemen op langere termijn kunnen voorkomen.
Een instrument om kinderen met een risico voor lees- of spellingproblemen in een groep in kaart te brengen, is de screening van Anneke Smits. Het screenen van de groep, geeft de leerkracht aanwijzingen, voor het bieden van interventies in de tweede helft van groep 2. De screening wordt afgenomen in januari en juni groep 2. Gezien de resultaten van het onderzoek van Eleveld is het niet zinvol de screening eerder af te nemen. Zij toont met haar onderzoek aan dat gericht trainen in groep 1 geen effect heeft.

De screening van Anneke Smits bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Letters benoemen
2. Snel benoemen van primaire kleuren
3. Fonemisch bewustzijn
4. Invented spelling
5. Logopedie
6. Erfelijkheid
7. Oordeel van de leerkracht

De eerste drie onderdelen, letters benoemen, benoemsnelheid en fonemisch bewustzijn worden gezien als betrouwbare determinanten (voorspellers) voor woordherkenning. 'Invented spelling' geeft zicht op de ontwikkelingsfase van de kleuter met betrekking tot schrijven.
Logopedie (problemen met zinsbouw en fonologie), erfelijkheid en het oordeel van de leerkracht zijn belangrijke voorspellers van mogelijke problemen op het gebied van lezen en spellen.

Behalve benoemsnelheid zijn de toetsen niet genormeerd. Er wordt gekeken naar scores ten opzichte van de groep. Het is afhankelijk van het aanbod wat kleuters op dat moment zouden moeten kunnen. Een kleuter die lager scoort dan de meeste kinderen in de groep heeft minder kunnen profiteren van het onderwijsaanbod.

Auditieve synthese
Auditieve synthese is niet opgenomen in de screening van Anneke Smits. Ruijssenaars gaf aan: "Hoe dichter de toetsen/observatiepunten aanleunen tegen het specifieke leesproces zelf, hoe betrouwbaarder ze voorspellen." Auditieve synthese als op zichzelf staande vaardigheid staat te ver af van het uiteindelijke leesproces. Er is geen onderbouwing te vinden vanuit de literatuur voor afname van dit onderdeel.

Handboek PDD-NOS Column: october 2007

De Cito-toets 'Taal voor Kleuters', die door veel scholen wordt afgenomen, bestaat voor een belangrijk deel uit auditieve synthese. De uitslag van de toets wordt door een groot deel bepaald door dit onderdeel. Daarom heeft deze toets geen voorspellende waarde voor het leesonderwijs.

Interventie
Na de screening wordt een keuze gemaakt voor interventies voor kleuters met een risico voor lees- en schrijfproblemen. Naar aanleiding van het onderzoek van Eleveld kunnen de volgende adviezen gegeven worden met betrekking tot het aanbieden van interventies: " Oefen geen losse componenten. Bied lees-, schrijfactiviteiten altijd aan in een betekenisvolle context.
" Wacht niet tot kleuters 'er aan toe' zijn. Dyslectische kinderen zijn er nooit aan toe.
" Bied altijd een combinatie van auditief en visueel (klank koppelen aan letter).
" Veel herhalen (pre-teaching)
" Bied activiteiten aan kleuters op een speelse manier aan en dus niet eisend.
" Werk in een klein groepje (niet grote groep of individueel). Een klein groepje geeft mogelijkheden voor interactie en de leerkracht kan direct reageren op reacties van kleuters.
" Houd rekening met de spankracht van de kleuters.
" De leerkracht heeft een voorbeeldfunctie. Het is belangrijk dat kleuters de leerkracht veel zien lezen en schrijven.
" Stimuleer invented spelling.

Een programma dat mogelijkheden biedt voor interventies, is de 'Voorschotbenadering' van Anneke Smits.

Evaluatie en overdracht
In juni wordt de screening opnieuw uitgevoerd. Kleuters die na een interventieperiode nauwelijks vooruitgaan, hebben onvoldoende kunnen profiteren van de interventies/het onderwijs met betrekking tot beginnende geletterdheid.
Kleuters die op 3 of meer factoren negatief scoren noemen we risicokinderen voor de ontwikkeling van lezen en spellen. Het is belangrijk de gegevens aan de leerkracht van groep 3 door te geven, zodat vanaf dag 1 in groep 3 extra aandacht is voor deze kinderen bij het lees- en schrijfonderwijs en niet gewacht wordt tot bijvoorbeeld de herfstsignalering.

Conclusie
Het is van belang om als leerkracht activiteiten rond beginnende geletterdheid aan te bieden aan alle kleuters. Aanbod gericht op ontwikkeling van beginnende geletterdheid binnen de totale groep werkt preventief en vermijdt de selectie van risicoleerlingen. Wacht niet tot kleuters 'er aan toe zijn', sommige kleuters zijn er nooit aan toe!

De groepsscreening van Anneke Smits is een instrument om in kaart te brengen welke kleuters risico lopen op problemen bij leren lezen en spellen. De screening maakt duidelijk welke kleuters in mindere mate geprofiteerd hebben van het aanbod.
In de periode van januari tot juni groep 2 kunnen gerichte interventies gepleegd worden. Gerichte interventies op een eerder moment bleken geen direct effect te hebben. Screening op een eerder moment is daarom niet zinvol.
Gegevens van de groepsscreening worden gebruikt bij de overdracht aan de leerkracht naar groep 3.
Op deze manier wordt voor alle kinderen een goede basis gelegd, zodat ze goed zijn voorbereid op het onderwijs in lezen en spellen van groep 3. Kinderen met een verhoogd risico op problemen bij de ontwikkeling van lezen en spellen kunnen vanaf de eerste dag in groep 3 worden begeleid. Er is een grotere kans op succeservaringen voor alle kinderen.