Na verschillende testen in het ziekenhuis hebben wij samen besloten naar welke school we onze dochter Julia gingen doen. Bij ons op het
dorp heb je één school met best wel grote klassen. Ik zie Julia niet in een klas met 25 kinderen en één Juf. Ik kreeg al medelijden met
die juf als ik er aan dacht. Laat staan met Julia zelf!
We houden zo verschrikkelijk veel van haar en ze kan je zo prachtig vertederen, maar dit zou een orkaan veroorzaken in haar hoofd. Nee,
de school op ons dorp dat werd niks.
De psychologe heeft toen contact gelegd met een MLK-school (Moeilijk Lerende Kinderen) om het daar te gaan proberen. Ondanks dat we dit
zelf hebben gewild, had ik er toch meer moeite mee dan me lief was. Ik was de veiligste persoon voor haar die er was en ze zou over niet
al te lange tijd hele dagen bij me weggaan. Naar een andere stad, met een wildvreemde chauffeur mee. Opgehaald met een (zogenaamd) busje
en bij een onbekende juf afgeleverd worden. Terwijl ze nog alleen 'mama' fatsoenlijk kon zeggen. Ze was ook nog niet zindelijk en kon
haar zelf nog niet aan- en uitkleden. Ze was zo graag bij haar veilige mama. Ik loste zoveel voor haar op en was ook haar leerjuf.
Ik was altijd met haar in de weer en heb veel dingen die ik las en tips die ik kreeg haar aangeleerd. Maar ik heb het met alle liefde gedaan.
Het was vaak moeilijk, maar voor mezelf maakte ik het ook wel eens gemakkelijker. Ik stond eens bij Blokker in de rij voor de kassa en het
was weer een drama. Maar ja je kunt niet altijd boodschappen gaan doen zonder Julia. Ik kreeg al van die blikken in de trend van "mens treedt
eens op". Maar ik weet, hoe meer aandacht ik aan haar geef, hoe moeilijker ze kan stoppen. Ik hoorde mezelf zeggen: "Ze kan er niks aan doen,
ze is autistisch". Er kwam een oh ja en ohoh en klaar was het. Niemand zei meer wat. Met een hoogrode kleur ging ik naar buiten, maar was
ook opgelucht tegelijk. Het was er uit voor ik er erg in had.
Ik begon zonder het zelf op dat moment te beseffen aan een verwerkingsproces. Dat duurt trouwens wel lang want terwijl ik dit nu schrijf zit
ik nog steeds met een brok in mijn keel.
Ook krijg je wel eens hulp uit onverwachte hoek. Zo lag Julia eens op de vloer in de plaatselijke supermarkt en wou geen kant op. Terwijl ze
daar lag te krijsen hadden ze bij de kassa een discussie over "dat kind zou er één van mij moeten zijn, nou dan zou het wel anders gaan". Ik
neem het ze niet eens kwalijk hoor, ik dacht daarvoor vast ook zo. De caissière nam het voor mij op en zei heel vriendelijk tegen die mensen
dat "niet alles lijkt wat het is", dat er wat aan de hand is met dat meisje op de grond en dat ze bewondering had voor de moeder.
Ik liep stralend naar huis… Ik was zó blij met die onverwachte hulp. Ik ging het redden en ik ging Julia het gelukkigste meisje van de hele
wereld maken.
De eerste schooldag brak aan. Dit is iets wat door merg en been gaat als je je vier-jarig kind met een vreemde chauffeur, huilend en krijsend
om hulp van mama, mee moet geven. 's Morgens om half 8 weg en pas om half 4 weer terug. Broodtrommeltje mee voor tussen de middag en ik vraag
nog aan de chauffeur: "Vergeet je haar niet op te halen vanmiddag?". Nou dan kom je zo'n dag bijna niet door… Dan ben je blij als je goede
vriendin bij je aan de deur staat, niks zegt, je aankijkt en begrijpt wat je voelt.
Na verloop van tijd gaat dat beter hoor!
Mocht je ooit voor zo'n dag komen te staan denk dan; "we doen het maar voor één ding en dat is om het allerbeste er uit halen voor ons kind".
Voor de andere kinderen in het gezin valt het ook niet mee. Steven is nog steeds makkelijk. Gelukkig ook nog heel goedig van aard. Hij kan erg
goed met zijn zus omgaan. We zorgen ook voor voldoende persoonlijke aandacht voor hem. Maar hij word ook wel eens erg moe van haar. Hij baalt wel
eens als ze alle aandacht weer opeist en er iets niet door kan gaan omdat zijn zus niet mee werkt.
Handboek PDD-NOS Column: augustus 2008