Dr Natalie Sinn - Postdoctoral Research Fellow aan de University
of South Australia's Nutritional Physiology Research Centre.
Veel mensen hebben een kind of kennen een kind dat problemen heeft om stil te zitten, zijn impulsen in bedwang te
houden of zich te concentreren op school. Wanneer deze problemen een negatief effect op de schoolprestaties en het
gedrag beginnen te krijgen, dan kan het kind worden gediagnosticeerd met attention de?cit hyperactivity disorder
(ADHD). Het aantal kinderen dat gediagnosticeerd wordt met ADHD is dramatisch gestegen in Amerika, Europa en Australië,
waarbij het Australian Bureau of Statistics 7% van alle meisjes en 19% van alle jongens tussen 6 en 12 in die categorie
plaatst.
ADHD komt vaker voor bij jongens, en de belangrijkste symptomen zijn hyperactiviteit, impulsiviteit en inattentie.
Deze symptomen hebben vaak een overlap met andere problemen, zoals leerstoornissen (bijv. dyslexie), depressie,
angststoornissen en oppositioneel en antisociaal gedrag, en kan in verband worden gebracht met een zwakke
schoolprestaties, gebrek aan zelfvertrouwen en problemen met zelfdiscipline. Wanneer iemand in de familie ADHD
heeft, zijn er vaak ook andere geestelijke gezondheidsproblemen in dezelfde familie, zoals ontwikkelingsstoornissen
(bijv. dyslexie, autisme of Asperger's Syndroom), depressie en schizofrenie.
Er bestaat bewijs dat kinderen met ADHD een wat lagere hersengolfactiviteit hebben in bepaalde gebieden van hun
hersenen, voornamelijk in de frontale kwabben (achter het voorhoofd), die verantwoordelijk zijn voor het controleren
van de aandacht. Studies hebben ontdekt dat, wanneer kinderen op zich een normale manier concentreren op zoiets als
lezen, hun hersengolfpatronen sneller worden. Maar wanneer kinderen met ADHD zich proberen te concentreren vertragen
hun hersengolfpatronen juist. Dit zou het voor hen zeer lastig maken om hun aandacht ergens bij te houden. Daarom
zijn veel behandelmethodes gericht op het aanpakken van symptomen op een biologisch niveau. Er is echter veel zorg
over de steeds groeiende aantallen recepten, die voor deze kinderen worden voorgeschreven. Veel mensen hebben
gekozen voor een aanpak op het gebied van voeding, en er bestaan wat aanwijzingen dat het weglaten van kleur-,
geur- en smaakstoffen, en zelfs bepaalde voedingsmiddelen uit het dieet, of het innemen van extra zink, zou kunnen
helpen.
Een recent onderzoek, uitgevoerd in Zuid-Australië, heeft aangetoond dat visolie, dat omega-3-vetzuren bevat,
ook kan helpen om die symptomen te verminderen. Hoe kunnen omega-3-vetzuren helpen met concentratie en gedrag?
De meesten van ons weten wel dat een goede voeding belangrijk is voor de lichamelijke gezondheid, maar veel minder
mensen denken er over na hoe voeding onze hersenen kan beïnvloeden. Maar het wordt al snel duidelijker wanneer we
begrijpen dat de hersenen, precies zoals het hart, nieren of longen, een orgaan is. Bovendien beïnvloeden onze
hersenen ons leren, onze stemmingen en ons gedrag. Als de hersenen dus niet de juiste voedingsstoffen ontvangt,
dan is het logisch dat dit invloed heeft op de manier waarop we denken, voelen en ons gedragen.
Het is zelfs zo dat de hersenen een enorm grote behoefte hebben aan de energie en voedingsstoffen uit ons voedsel,
en een van de belangrijkste daarvan zijn omega-3-vetzuren. Meer dan de helft van onze hersenen bestaat uit vet en,
hoewel het lichaam normaal gesproken een verhouding van 10:1 heeft als het gaat om omega-6-vetzuren:omega-3-vetzuren,
is het langketenige omega-3-vetzuur DHA het meest geconcentreerde meervoudig onverzadigde vetzuur in ons brein. Daarom
wordt gedacht dat langketenige omega-3-vetzuren een zeer belangrijke functie hebben bij de structurele en functionele
werking van de hersenen, waaronder het onderhoud van de doorstroombaarheid (fluidity) van celmembranen en de transmissie
van neurale chemische signalen.
DHA komt in hoge concentraties in de hersenen voor, en van eicosapentaenoisch zuur (EPA) - een ander omega-3-vetzuur
dat in vis wordt aangetroffen - wordt ook gedacht dat het belangrijke rollen speelt bij het functioneren van de hersenen.
Omega-6-vetzuren, dihommogamma-linoleisch zuur (DGLA) and arachidonisch zuur (AA) hebben ook belangrijke functies in
de hersenen.
Research heeft aangetoond dat omega-3-vetzuren cruciaal zijn voor de gezonde ontwikkeling van de hersenen van baby's,
en onderzoekers hebben ook aanwijzingen gevonden dat een gebrek aan omega-3 in verband kan staan met een hele serie
geestelijke gezondheidsproblemen, waaronder depressie, bipolaire stoornis, schizofrenie, dementie, dyslexie en ADHD.
Handboek PDD-NOS Column: januari 2009
Een klein aantal onderzoeken heeft aangetoond dat omega-3-vetzuren in visolie de symptomen van ADHD kunnen verminderen,
alhoewel de resultaten nog niet al te duidelijk zijn. Een grootschalig onderzoek in Zuid-Australië met 145 kinderen
bevestigde dat omega-3 bij deze symptomen werkzaam kon zijn. Kinderen in de leeftijdsgroep van 7 tot 12 jaar kregen
of een placebo of een visoliepil voor de duur van 15 weken, en vervolgens kregen alle kinderen de visolie voor nog
eens 15 weken. Er werden cognitieve psychologische beoordelingen gemaakt voor, tijdens en na de 30 weken, en ouders
vulden ook steeds op elk van die momenten vragenlijsten in. Het onderzoek was dubbelblind dus de kinderen, ouders en
onderzoekers wisten niet welke kinderen de echte visoliecapsules of de placebocapsules innamen.
Na 15 weken van innemen van capsules, vertoonden de kinderen in de visoliegroep veelbetekende verbeteringen, vergeleken
met de placebogroep wanneer gekeken werd naar de scores van de ouders voor hyperactiviteit, impulsiviteit en inattentie.
Toen de placebogroep overging naar het visoliesupplement voor de laatste 15 weken, vertoonden zijn dezelfde verbeteringen,
en de kinderen die de actieve visolie voor de duur van 30 weken slikten verbeterden verder.
De cognitieve beoordelingen toonden verbeteringen aan in de vaardigheid van kinderen om hun aandacht te kunnen switchen
en controleren, en ook in hun woordenschat. Dit kan een indirect voordeel zijn van een vergrote concentratietijd, die
resulteert in een langere leestijd. Als anekdote kan verteld worden dat een ouder rapporteerde dat haar zoon nu een uur
achter elkaar kon lezen, terwijl hij voordien niet in staat was om zich langer dan 5 minuten op het lezen te concentreren.
De resultaten van dit onderzoek zijn veelbelovend. Er moet opgemerkt worden dat het wel 8 tot 12 weken kan duren voordat
men verbetering kan zien die het gevolg is van de visolie, en dat niet alle kinderen dezelfde verbeteringen zullen
laten zien. Tot wel de helft van alle kinderen in ons onderzoek vertoonden echter zichtbare verbeteringen gedurende de 30 weken
met supplementatie.
Meer onderzoek zal gedaan moeten worden om vast te stellen welke kinderen het meeste voordeel zullen hebben en welke
verhouding van EPA en DHA de meest effectieve is. We zullen ook moeten kijken naar de specifieke effecten van visolie
op cognitie en leren
Er zijn tot op heden geen aanwijzingen van negatieve bijwerkingen van het innemen van visolie in de tot nu toe bekende
onderzoeken, alhoewel bekend is dat omega-3-visolie een bloedverdunnend effect heeft (waardoor het helpt bij de
bloedcirculatie en hart- en vaatgezondheid). Daarom moet enige voorzichtigheid in acht worden genomen wanneer
aspirine wordt geslikt (die immers ook een bloedverdunnend effect heeft) en bij mensen met hemofilie. Recent
gepubliceerde richtlijnen bevelen een bovenlimiet van 3 gram visolie per dag per kind of volwassene aan.
Het visoliesupplement, dat voor ons onderzoek werd gebruikt, had een verhouding van 4:1 van visolie:teunisbloemolie
(omega-6-vetzuren bevattend), met als actieve ingrediënten EPA (93 mg), DHA (29mg), GLA (10mg) en vitamine E (1.8 mg).
Kinderen namen zes capsules per dag in, resulterend in een dagelijkse dosis van 2.4 gram visolie en 0.6 gram
teunisbloemolie. Het is belangrijk om op te merken dat, hoewel bekend is dat deze combinatie van onverzadigde
vetzuren positieve resultaten bij ADHD-gerelateerde symptomen liet zien, het nog niet helemaal duidelijk is hoe
belangrijk de toevoeging van teunisbloemolie is en hoe hoog de EPA:DHA ratio is.
Het is ook belangrijk om in te zien dat de symptomen, die met ADHD te maken hebben, zeer complex zijn, en beïnvloed
kunnen worden door heel wat zaken, zoals biologisch, voeding en milieu. Daarom wordt aanbevolen dat ouders, die
zich zorgen maken over het gedrag of leerprestaties van hun kind, contact opnemen met hun huisarts.