Sigrid Landman - schrijver
Dit keer gaat het over de positieve kanten van het Syndroom van Asperger, tenminste een gedeelte, en de rare kanten
ervan, want die zijn er ook.
Zelf ben ik nog net geen idiot savant, maar ik heb wel iets met getallen. Zo weet ik van vrijwel iedereen van mijn
kennissen de geboortedatum; ook van mensen, van wie ik het helemaal niet zou behoren te weten.
Daarnaast ben ik zwemofficial. Dat houdt in, dat ik de tijden klok van de kinderen, die een wedstrijd zwemmen. De
meeste kinderen ken ik van naam. (al zou ik ze niet herkennen als ik ze buiten het bad tegenkom). Ik weet wat ze
ongeveer zwemmen op een bepaalde afstand, en kan ook inschatten in wat voor tijd ze zullen aantikken wanneer ze
nog een stukje van de kant vandaan zijn. Verder onthoud ik van menig zwemmer de gezwommen tijd.
Zelf zwem ik ook. Mijn clubgenoten heb ik menigmaal verbaasd door op de honderdste seconde nauwkeurig hun tijden
op te dreunen die ze op bepaalde slagen hebben gezwommen. En als ik goed op dreef ben komt de datum waarop ze die
afstand gezwommen hebben en de naam van het zwembad erachter aan. En als de clubkrant van de zwemclub komt bestudeer
ik altijd de uitslagen. En wat ik lees, onthoud ik. Niet alleen van mijn medezwemmers, maar ook van de overige
(jeugd)leden van de zwemclub.
Ik heb afgeleerd om hier teveel mee rond te strooien. Mensen vinden het toch een beetje raar. Zeker als het
tegenstanders zijn van andere verenigingen. Zo maakte ik een keer de fout om één van mijn leeftijdsgenoten al te
enthousiast te vertellen dat ik het knap vond dat haar tijd op de 50 meter vrij van 0.32.67 naar 0.30.40 was gegaan.
Het mens keek me dus echt aan van: Heb ik iets van je aan? Waar bemoei je je mee?
Tja.... interesse? Ik vroeg mijn moeder waarom mensen om dit soort dingen zo boos worden. Zij vertelde me toen door
te zeggen dat mensen dan gelijk denken dat je alles van ze weet. Dat je aartsnieuwsgierig bent en dat je hun hele
privéleven hebt nageplozen. Maar troost je, dat doet een Asperger niet. Alleen datgene wat jou interesseert is
belangrijk en in mijn geval zijn het de gezwommen tijden. Wat deze vrouw verder in het dagelijks leven doet en of
ze getrouwd is en kinderen heeft, interesseert me niet en dus dat vraag ik ook niet.
Toch probeer ik die obsessie wel in te dammen. In de peutertijd van mijn dochter Kim had ik de drang dat ik alle
kinderen in mijn omgeving op de curve van het consultatiebureau wilde zetten om te kijken of ze te lang, te kort,
te dik of te dun waren. De slinkse manieren, die ik bedacht heb om het gesprek op het consultatiebureau te brengen...
Ik heb heel wat mensen verveeld door over Kim's lengte en gewicht te praten, vrees ik.
en andere bijna-obsessie is het weer. Ik ben gek van het weer en dan vooral van extreem weer.
Handboek PDD-NOS Column: juni 2009
Wanneer er een hittegolf komt of een maand te heet of te koud gaat eindigen, ben ik helemaal in mijn element.
Zo was april 2007 een heerlijke maand voor me. Niet alleen was deze maand veruit de warmste sinds 1901, ook viel
er in grote delen van het land totaal geen neerslag. De Bilt eindigde met 0.3 mm. En als april 2009 zo doorgaat,
komt die op de tweede plaats te staan, wat warmte betreft tenminste. Of 3 en 4 maart 2005, toen er in het Noorden van Nederland een enorm
pak sneeuw naar beneden kwam en we de koudste maartnacht ooit beleefden met -20.7 graden in Marknesse.
Ik zou er uren over door kunnen praten, maar mensen zouden me behoorlijk saai vinden, wanneer ik dit echt deed.
Dus probeer ik deze neigingen in te dammen. Maar soms gebeurt er iets grappigs. Zo heb ik enorme moeite met het
herkennen van gezichten. Is niet altijd leuk, vaak overkomt het me dat mensen me lijken te kennen en dat ik echt
niet weet wie het is. Slechts door goed te luisteren naar wat iemand zegt, kan ik de persoon vaak 'traceren' en
'plaatsen'. Wanneer iemand het bijvoorbeeld over man en kinderen heeft of over een verjaardag, wordt bij mij het
lijstje met geboortedata uit de kast gehaald en plak ik de leemtes in mijn geheugen. Bij een zwemmer wil de
gezwommen tijd op een bepaalde afstand ook nog wel eens helpen.
Op een keer kwam ik bij de drogist. Het meisje daar groette me zoals altijd hartelijk. "Er is alleen één ding wat
ik niet begrijp zei ze: Als ik jou in de kerk zie, lijk je me nooit te kennen". Ik besloot eerlijk te zijn en
vertelde haar, dat ik mensen soms inderdaad niet herken, wanneer ze op een andere plaats zijn, dan waar ik ze
doorgaans ontmoet. Zij vond dat heel apart en ineens kon ik het niet laten. "Het stomme is dat ik wel weet wanneer
jouw kinderen geboren zijn," zo vertelde ik haar.
"Nee!" riep ze uit. "Hoe kun jij dat nou weten?"
Ik antwoordde "Ik weet hoe je heet en zat in de kerk toen het afgekondigd werd."
"Nou, vertel maar," zei ze.
"Oké, je zoon is op 8 juli 2003 geboren en je dochtertje op 19 november 2005." De namen vertelde ik er ook maar even bij.
Het arme vrouwtje viel zowat om achter de toonbank.
Maar ze pikte het goed op. Ze vond het een apart fenomeen, maar begreep nu ook waarom ik haar in de kerk nooit
groette of raar keek als zij me groette.
Toch kun je dit soort dingen niet bij iedereen doen. De meeste mensen denken echt dat je stapelgek bent als je dit
soort dingen bij iedereen zou uithalen.
Bestel het boek van Sigrid Landman, 'Moederen met autisme', hier: