Jaargang 7
Nummer 3 - maart 2009
Fred de Vries - auteur

Mazelen de wereld uit.

De virusziekte mazelen (Morbilli) moet volgens een actieplan van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in 2010 uit Europa verbannen zijn. Dat doel is slechts bereikbaar via een goed vaccinatiebeleid, want mensen zijn pas echt levenslang beschermd tegen een infectie door de juiste inentingen te krijgen. Maar daar ontstaan direct al de problemen: in verschillende Europese landen in de vaccinatiegraad onder het gewenste niveau en daardoor blijven lokale epidemieën de kop op steken.

De veroorzaker van mazelen is een luchtwegvirus (morbillivirus) dat alleen bij de mens voorkomt. Mazelen wordt nog te vaak gezien als een vrij onschuldige kinderziekte. Sommigen geloven dat de weerstand van een kind zou worden verhoogd als het op een natuurlijke manier het ziekteproces doorloopt. Dat is een volkomen onjuiste kijk op het probleem omdat ook bij een vaccinatie exact hetzelfde resultaat op zal treden. Het nadeel van het echt krijgen van de ziekte is dat in een klein aantal gevallen bij infectie met het virus levensbedreigende complicaties kunnen optreden: 5 tot 10% van de patiënten krijgt oorontsteking met soms blijvende doofheid als gevolg, 1 tot 5% krijgt een (levensbedreigende) longontsteking, heel soms (1 op de 1000 keer) leidt mazelen tot een acute hersenontsteking die vaak blijvende hersenschade geeft en tenslotte zullen 1 tot 2 van de 1000 patiënten sterven. Er bestaat geen behandeling voor mazelen, behalve bestrijding van koorts en pijn. Aan een hersenontsteking valt zelfs helemaal niets te doen.

Ongeveer 5 procent van de Nederlandse kinderen is nog steeds niet ingeënt, meestal om religieuze redenen, om spirituele redenen of omdat ouders nog altijd geloven in het sprookje dat de BMR-prik mogelijk autisme kan opwekken. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verklaart de bedenkingen die ouders tegen vaccinatie hebben ook uit het gegeven dat de ernst van de gevolgen van mazelen steeds minder bekend is bij mensen. De ziekte komt immers nog maar weinig voor.

In 2008 was het vaccinatiebeleid van 32 Europese landen, waaronder Nederland, eens onder de loep genomen door EUVAC, de Europese toezichthouder op het gebied van infectieziekten die door vaccinaties te voorkomen zijn. De onderzoekers bekeken mazelendata uit de jaren 2006 en 2007. In totaal kwam de ziekte in deze jaren 12.000 keer voor, met name in Roemenië, Duitsland, Engeland, Zwitserland en Italië. In die twee jaar tijd waren zeven doden te betreuren, waarvan vijf met de complicatie longontsteking (Roemenië, Italië en Engeland) en twee met de complicatie hersenontsteking (Duitsland).

Op dit moment ligt in 128 Nederlandse gemeenten de vaccinatiegraad onder de 90 procent en dat is reden tot zorg omdat 95 procent vereist is om de ziekte op een natuurlijke manier te laten uitsterven.



Handboek PDD-NOS Column: maart 2009

In de jaren 1999 en 2000 had Nederland te maken met een mazelenepidemie binnen gemeenschappen, die zich onvoldoende lieten vaccineren. Van de bijna 3300 gemelde mazelenpatiënten was 94% niet ingeënt. Vrijwel alle wel ingeënte personen hadden maar één vaccinatie gehad, terwijl twee noodzakelijk zijn. Tijdens de epidemie moesten er ruim 150 kinderen worden opgenomen in het ziekenhuis en stierven er uiteindelijk drie kinderen.

Recenter was eind 2008 was in Utrecht bij 20 kinderen mazelen vastgesteld. In vrijwel alle gevallen ging het om kinderen, die niet gevaccineerd waren vanwege antroposofische levensbeschouwing of een kritische houding ten aanzien van prikken.

Het RIVM verwacht verdere verspreiding van mazelen onder ongevaccineerden. Als het virus zijn intrede doet onder gereformeerden, leidt dat waarschijnlijk tot een veel omvangrijker epidemie. Het RIVM houdt de situatie daarom scherp in de gaten.

Gelovige mensen, die wonen in de zogenaamde 'bible belt', een gebied in Nederland die loopt vanaf de Zeeuwse kust, via de Veluwe, steeds verder in noordelijke richting, totdat hij ergens in zuidwestelijk Friesland aan zijn natuurlijke einde komt, zijn minder vaak ingeënt. Zij zeggen bewust 'nee' tegen inentingen op basis van het adagium dat 'alles in Gods vaderlijke hand ligt en een vader zorgt goed voor zijn kinderen'. Kennelijk ontheft dat gebod de echte vader van zijn plicht om ook goed voor zijn eigen kinderen te zorgen.

Het doodsoorzakenpatroon is in de loop van de tijd behoorlijk veranderd. In het begin van de vorige eeuw eisten onder andere tuberculose, longontsteking, griep en kinderziekten, zoals mazelen en kinkhoest, nog vele levens op, nu veroorzaken hart- en vaatziekten en kanker de meeste sterfgevallen. Hierbij was het van belang dat in 1987 in Nederland de BMR-prik (tegen bof, mazelen en rode hond) in het Rijksvaccinatieprogramma werd opgenomen. Kinderen worden met dit vaccin ingeënt op de leeftijd van 14 maanden en 9 jaar. Hoewel er enkele milde bijwerkingen kunnen optreden, zoals koorts of huiduitslag, zijn die binnen enkele dagen tot weken weer geheel verdwenen.

Niet door enige medisch-epidemiologische kennis gehinderde actiegroepen hebben de beschermende injectie in de loop van de tijd al de schuld gegeven van suikerziekte, epilepsie, ontwikkelings- en leerachterstanden, autisme en wiegendood. Uitgebreide wetenschappelijke studies hebben nog nooit enig verband aan kunnen tonen. Maar de menselijke geest ziet graag oorzakelijke verbanden tussen vlak na elkaar optredende gebeurtenissen.