Fred de Vries - auteur
Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) is een overheidsorganisatie die erop toeziet dat verzekerden
via de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten de zorg kunnen krijgen die voor
hen noodzakelijk is. Een subdoel van het CVZ is dan natuurlijk ook om het hele stelsel betaalbaar te
houden. Dat houdt dus in dat ze bekijken of een bepaalde therapie van een zodanige kwaliteit is dat
ze voor vergoeding in aanmerking kan komen. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport neemt
in het overgrote deel van de gevallen het door het CVZ gegeven advies onverkort over.
Recent heeft het CVZ eens gekeken naar de therapieën, die tegenwoordig worden toegepast bij de
behandeling van autisme. Het resultaat van dit onderzoek is verwoord in het standpunt '
Interventies
voor kinderen met een autisme spectrumstoornis en/of verstandelijke beperking'. Met het advies in de
hand hebben ouders, zorgverzekeraars, indicatie-organen en zorginkopers nu een overzicht van welke
behandelingen voor vergoeding in aanmerking komen. En welke niet.
Het eerste probleem waar de onderzoekers tegenaan liepen was om uit te zoeken hoeveel kinderen nu
eigenlijk belang hadden bij het standpunt. Zoals ik al in mijn boek 'met
andere ogen - een
nieuwe kijk
op PDD-NOS en ADHD' heb aangegeven is door onduidelijke diagnostische criteria volstrekt onduidelijk
hoeveel kinderen aan welke stoornis lijden. Het CVZ ging te rade bij het Trimbos Instituut en dat
kwam met een schatting dat er in Nederland ongeveer 11.000 kinderen met een autismespectrumstoornis
(autisme, PDD-NOS en verwante stoornissen) rond moeten lopen, maar volgens datzelfde instituut
konden het er ook net zo goed 25.000 kinderen zijn. Een aanzienlijk deel van hen zou ook nog eens
een verstandelijke handicap kunnen hebben. Onduidelijkheid troef derhalve.
Omdat autisme en PDD-NOS nooit zullen en kunnen overgaan, moeten mogelijke werkzame behandelingen gericht zijn op een
betere hantering van de problemen die de kinderen (en hun omgeving) erdoor ondervinden, zoals
problemen met gedrag, communicatie en/of sociale contacten. Iemand die claimt autisme, PDD-NOS
of ADHD te kunnen genezen is dus een charlatan of kwakzalver.
Sinds de invoering van het Persoonsgebonden budget (PGB) en de opmars van spiritualistische therapeuten
(reiki, shiatsu, en meer) is het aanbod van therapieën voor autisme en PDD-NOS zo overweldigend groot geworden dat niemand
door de bomen het bos meer kan zien.
Handboek PDD-NOS Column: april 2010
Uit het onderzoek bleek dat eigenlijk geen enkele behandeling
wetenschappelijk verantwoord was. Dat betekent dat niemand kon aantonen dat zijn of haar behandeling
écht werkzaam was bij de behandeling van (de problemen van) autisme en PDD-NOS. Zou het CVZ dit
criterium gebruiken - wat men in alle andere gevallen wel doet - zou geen enkele behandeling dus
voor vergoeding in aanmerking kunnen komen.
Het CVZ heeft echter de hand over het hart gehaald bij de beoordeling van 59 geïnventariseerde
therapieën. Deze therapieën varieerden van acupunctuur tot dramatherapie, van begeleiding met behulp
van video-interactie tot logopedie, en van dolfijntherapie tot diepe hersenstimulatie. Dit waren de
meest veelbelovende van het hele aanbod, maar van geen enkele kon dus wetenschappelijk worden
aangetoond dat het werkte. Men besloot om een aantal experts (psychiaters, orthopedagogen, artsen
voor verstandelijk gehandicapten en kinderartsen) bij elkaar te roepen om gefundeerde uitspraken
te doen over de mogelijke effectiviteit van die 59 behandelingen.
Het resultaat was verhelderend. Wel veel tot de verzekerde zorg behorend zullen behandelingen zijn,
die gericht zijn op ouders of het gezin. Dit is precies in lijn met datgene wat al bekend was: niet
het kind met autisme en ADHD moet behandeld worden, maar aan ouders moeten bijvoorbeeld
opvoedcursussen worden aangeboden om beter in staat te zijn het kind met voldoende structuur
op te voeden. Ook een cognitieve gedragstherapie, waarbij de het kind leert hoe hij zelf zijn
stemming en gedrag kan beïnvloeden of een sociale vaardigheidstraining werden positief beoordeeld.
Een therapie als
neurofeedback is als tweede keus therapie mogelijk behulpzaam bij verschillende gerelateerde
problemen, zoals stress of spraak-, leer- of concentratieproblemen.
Door de mand vielen fysiologische (massages) en technologische (diepe hersenstimulaties, Facilitated
Communication) interventies. Ook Auditieve Integratie Training (AIT) en dolfijntherapie werden resoluut
naar de prullenmand verwezen. De dolfijntherapie is als niet effectief beoordeeld omdat uit onderzoek is
gebleken dat deze in sommige gevallen juist een negatief effect op de kinderen kan hebben.
Het is vanaf nu dus behoorlijk belangrijk geworden om vooraf aan de therapeut te vragen of diens
behandeling vergoed zal worden via de Zorgverzekeringswet.
Het hele onderzoek is
hier te lezen.