Natasha Etherington schreef het boek met de langste titel en ondertitel die ik ooit heb gezien:
Gardening for Children
with Autism Spectrum Disorders and Special Educational Needs - Engaging with Nature to Combat Anxiety, Promote Sensory
Integration and Build Social Skills.
De schrijfster noemt zich een 'horticultural therapist' en die term zou je kunnen vertalen als 'tuinbouwkundig therapeut',
maar die term is weer wat teveel van het goede want Etherington heeft ooit het goede idee opgevat om kinderen met problemen
te laten tuinieren om ze zo tot rust te laten komen. Dat het werken met planten therapeutisch kan zijn is algemeen bekend.
Kinderen met PDD-NOS moeten tegenwoordig aan zoveel regels voldoen dat het geen wonder is dat het voor hen lastig is om aan al
die - voor hen - soms onbegrijpelijke regels te voldoen. Daardoor mislukt er veel en komen taken vaak niet af. Dat alles kan
leiden tot faalangst, depressieve gevoelens en een gebrek aan zelfvertrouwen. Werkend in een tuin zijn er, naast wat
basisvoorwaarden, geen vaste regels want de natuur doet het werk voor ze.
Tuinieren is dus een welkome afwisseling. Even een rustmoment waarin je de spanning van het klaslokaal kunt vergeten. Bovendien
zorg je ervoor dat een kind zich even rustig in de frisse lucht bevindt en dat is tegenwoordig al een hele opgave voor een kind
dat in huis het liefst achter een computerscherm wil hangen.
Tegelijkertijd leert een kind met een ontwikkelingsstoornis ook allerlei leuke weetjes over biologie en de samenhang tussen alles
in de natuur. Bovendien stuurt de natuur het kind ook omdat bepaalde handelingen natuurlijk seizoensgebonden zijn: de natuur
creëert structuur.
Hoewel Etherington ervoor pleit om tuinieren onderdeel te maken van het leerproces op school om op die manier voor de kinderen de
broodnodige rustmomenten te creeëren, lijkt me die route in Nederland onhaalbaar. Scholen hebben nauwelijks nog de vrijheid om
zelf te bepalen wanneer les mag worden gegeven in welk vak. Leerkrachten klagen al veel langer dat hun vak veel te rigide vanuit
Den Haag wordt gestuurd.
Handboek PDD-NOS Column: augustus 2012
Nee, het allerbeste is om voor een kind met PDD-NOS, ADHD of een andere ontwikkelingsstoornis in je eigen tuin een hoekje te creëren
waarin hij of zij 'de baas' is en waarin het kind naar hartelust kan tuinieren. Niet iedereen heeft natuurlijk de luxe van een
ruime tuin, maar misschien kan bij opa en oma of een ander familielid ruimte gevonden worden voor een therapeutisch stukje tuin.
In het boek
Gardening for Children with Autism Spectrum Disorders and Special Educational Needs worden allerhande bruikbare
tips gegeven, zelfs voor kinderen die enige angst hebben om zich buiten te begeven. Voor kinderen die angstig zijn of smetvrees
hebben zijn er speciale manieren aangegeven om daarmee om te gaan.
Een leuke activiteit om kinderen tot rust te brengen is bijvoorbeeld het idee van een
snoozle lawn. Op zo'n 'sluimergrasveld'
(gewoon een hoekje van een grasveld) laat je een kind tot rust komen door hem of haar te leren om te genieten van de zachtheid van
het gras en zich niet te storen aan die kriebelige grassprietjes.
Maar het belangrijkste is het tuinieren zelf: laat ze maar heerlijk graven, zaaien, planten, wateren, wieden en oogsten. Ze leren
planten herkennen, leren over de wisseling van de seizoenen en leren over leven en dood in de natuur.
Het boek geeft vele suggesties over hoe je zoiets het beste kan aanpakken. Vele bruikbare tips worden gegeven over ontwerp, uitvoering en welke planten
het meest geschikt zijn.
Gardening for Children with Autism Spectrum Disorders and Special Educational Needs is een handig boek voor ouders van
kinderen met ontwikkelingsstoornissen, die op school en thuis tegen muren aanlopen. Tuinieren is rustgevend en therapeutisch.
Daar heeft Natasha Etherington meer dan gelijk in.
Meer informatie is
hier te vinden.