De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) schrijft in haar
folder over ADHD bij volwassenen:
'Veel mensen hebben last van het feit dat de diagnose niet al veel eerder in hun leven is gesteld. Veel dingen
waren dan misschien anders gelopen.' Behandeling voor ADHD bestaat in de folder uit medicatie, eventueel aangevuld
met coaching of gedragstherapie.
Naar aanleiding van het uitkomen van mijn ADHD-boek, verscheen er op 19 mei een interview in de
Leeuwarder Courant (LC).
Omdat ik een geboren en getogen
Liwwadder ben, ging dit interview niet alleen over mijn standpunten maar ook over mijn
persoon en hoe ik als kind was. 'Laura Batstra: Dwars en druk' kopte de voorpagina van de weekendbijlage.
Niet onderkende ADHD
Een kinderpsychiater uit Buitenpost schreef hierop een
brief (LC
van 30 mei) waarin hij onder meer stelde: 'Indien bij Laura
Batstra zelf eigenlijk sprake is van niet onderkende ADHD, dan is het jammer dat zij nooit behandeling heeft geprobeerd.
Dan had ze wellicht kinder- en jeugdpsychiater kunnen worden en had ze echt wat kunnen betekenen voor de grote groep kinderen
die vastloopt in deze maatschappij.'
Ik moest onmiddellijk denken aan de mail die ik eerder kreeg van een laat gediagnosticeerde volwassene die wenste dat hij
als kind de diagnose en behandeling had gekregen: 'Wat had ik wel niet kunnen bereiken, misschien was ik dan psychiater in
plaats van gespecialiseerd psychiatrisch verpleegkundige.'
De vraag of iemand beter af is als psychiater dan als psycholoog of verpleegkundige laat ik even in het midden. Nu gaat het
om de vraag of de NVvP, de Friese psychiater en de laat gediagnosticeerde patiënt een punt hebben als ze stellen dat een
leven beter afloopt als ADHD vroeg gediagnosticeerd en behandeld wordt.
Functioneringsproblemen
Dat ADHD het risico op andere stoornissen en problemen verhoogt is duidelijk. Dat is ook niet zo verwonderlijk. Een diagnose
ADHD mag immers alleen gesteld worden als een hyperactief, impulsief en snel afgeleid kind sociaal en op school erg slecht
functioneert. Als iemand als kind al ernstige functioneringsproblemen heeft, dan is het niet zo gek dat dat het risico op
latere problemen vergroot. Vele onderzoeken laten zien dat ADHD (is de kerngedragingen PLUS de functioneringsproblemen) het
risico op angst, depressie, zittenblijven, gedragsstoornissen, drugsmisbruik, criminaliteit, scheidingen, werkeloosheid,
verkeersongelukken, et cetera verhoogt. Maar hoeveel bewijs is er voor de stelling dat medicatie dit kan voorkomen? Heel weinig.
Biederman
Er is welgeteld één studie - in 2009 gepubliceerd in
Pediatrics [1] - die vond dat medicatie de kans op angst, depressie,
zittenblijven en gedragsstoornissen verkleint. Aan deze studie zit echter wel een luchtje, want zij is uitgevoerd door
Joseph Biederman, de beruchte Amerikaanse psychiater die veroordeeld is voor
wanpraktijken en bedrog.
Handboek PDD-NOS Column: november 2012
Biederman beloofde bijvoorbeeld aan het hem goed betalende farmaceutisch bedrijf Johnson & Johnson, dat hij een studie
zou gaan uitvoeren waaruit zou blijken dat Risperdal (een antipsychoticum) wonderen doet bij kleuters(!) met ADHD en (bipolaire)
stemmingsstoornissen. Deze uitkomst stond al vast voordat de studie gedaan was. Door een uitlekkende PowerPoint werd Biederman
betrapt en veroordeeld. Merkwaardig genoeg werkt en publiceert deze man sinds zijn grove misstappen en veroordeling gewoon door.
En, net zo merkwaardig, zijn publicaties worden nog steeds aan de lopende band door mensen aangehaald en geciteerd.
Over Biederman volgt nog eens een blog apart, voor nu durf ik te stellen dat we op basis van deze ene publicatie niet kunnen
aannemen dat medicamenteuze behandeling van ADHD kan voorkomen dat in sommige levens bijkomende problemen optreden.
Bescheidenheid
Uit het grootste ADHD onderzoek ooit, de Amerikaanse MTA studie, weten we dat we bij ADHD problematiek op korte termijn verlichting
kunnen bieden, soms door pillen en soms door praten. Dat is natuurlijk heel mooi en wenselijk, en in minder ernstige gevallen vaak
ook voldoende. Het is echter niet aangetoond dat het met medicatie succesvol onderdrukken van de kerngedragingen van ADHD
(hyperactiviteit, impulsiviteit en concentratieproblemen), de kans op angst, depressie, criminaliteit of verslaving verkleint
of het schoolse en sociale functioneren aanmerkelijk verbetert. Dit geldt overigens ook voor andere behandelingen, zoals
gedragstherapie, neurofeedback en strenge diëten; we hebben domweg nog geen therapie die op de lange termijn wonderen doet. Dit
zouden we dan ook niet moeten beloven.
Eerlijkheid en bescheidenheid over wat we kunnen is meer gepast. Terwijl we verder zoeken naar effectieve en betaalbare methoden om
kinderen en volwassenen voor de lange termijn op de rails te krijgen en te houden, zouden we deze mensen moeten geven waar ze
recht op hebben: eerlijke voorlichting over onze eigen krachten en beperkingen.
[1] Biederman et al: Do stimulants protect against psychiatric disorders in youth with ADHD? A 10-year follow-up study
in Pediatrics - 2009
Deze column is eerder gepubliceerd op
artsennet.nl en is met uitdrukkelijke
toestemming van de schrijver overgenomen.