Het holisme wint tegenwoordig weer aan kracht met de systeem biologie die complexe eenheden bestudeert. We zien het
eveneens terug in de noties van neuroplasticiteit en epigenetica die onderlinge interactie van aanleg en omgeving
impliceren. Maar het entiteitsmodel van psychische problemen lijkt voorlopig niet aan populariteit te verliezen.
Het toppunt ervan zijn beschouwingen waarin een stoornis 'zich in minder symptomen uit'. Neem de redenering dat de
'symptomen van autisme' bij meisjes en vrouwen 'minder manifest' zijn. Wetenschapsbeoefenaren, zo luidt dit betoog dat
internationaal rondgaat, 'ontdekten tot hun verrassing' dat autistische meisjes heel andere en veel minder symptomen
vertonen dan autistische jongens. De bijgeleverde verklaring is dat meisjes socialer zijn en zich beter aanpassen, wat
hun stoornis verhult. Merk op dat wetenschapsbeoefenaren zoiets niet kunnen hebben ontdekt, want het gaat opnieuw om een
verandering van de definitie. Tot voor kort konden sociale mensen met aanpassingsvermogen per definitie niet autistisch
zijn. Autisme is ook hier als zelfstandige entiteit losgezongen van de criteria voor het gebruik van het woord en gaat
als het ware aan die criteria vooraf. Dergelijke teksten waarschuwen dat de meisjes en vrouwen met verborgen autisme de
broodnodige zorg ontberen.
Zo blijven er straks geen niet-autistische mensen meer over. Deze redeneerwijze valt bovendien niet alleen in de lekenpers
te vinden, maar evengoed in de gevestigde wetenschap. Neem het World Mental Health Survey Initiative dat zijn hoofdkwartier
heeft aan Harvard University. Gefinancierd door de Wereld Gezondheidsorganisatie en een reeks farmaceutische bedrijven
registreert dit gezaghebbende consortium de 'onvervulde behoeften' aan psychiatrische behandeling onder volwassenen in
een reeks landen. Het richt zijn aandacht sterk op ADHD vanuit de gedachte dat gebrekkige concentratie bij volwassenen de
arbeidsprestaties vermindert. De gehele werkende bevolking zou volgens het consortium een snelle eerste ADHD-screening
moeten ondergaan, bestaande uit een vragenlijst over uitstelgedrag bij inspannende taken of wegdromen bij eentonig werk.
Zoek op internet met 'ASRS-screener' en u vindt de test in talen variërend van het Engels tot Mandarijn, Koreaans, Fins en
Nederlands.
Maar voorlopig moet het consortium nog met steekproeven werken. Op basis daarvan publiceerde het artikelen met aanzienlijke
percentages volwassen ADHD'ers. Voor de 18- tot 44-jarigen in Nederland kwam het op basis van een kleine steekproef uit op
een percentage van vijf, tegen gemiddeld 3,5 in andere landen. Daaraan voegde het toe dat dit getal een onderschatting moet
zijn, omdat 'de symptomen van ADHD meer heterogeen en subtiel zijn bij volwassenen'. Opnieuw verandert zo een normatieve
definitie in een entiteit die mensen op allerlei manieren kan treffen. Deze onderzoekers bepleiten erkenning van dit idee
in de nieuwe DSM, zodanig dat de diagnose ADHD voor volwassenen kan worden gesteld bij een grotere diversiteit aan problemen
die ook geringer mogen zijn. Dit lijkt te gaan lukken, zodat grote groepen volwassenen straks gelegitimeerd met ADHD kunnen
worden gediagnosticeerd.
Waarom is reïficeren zo hardnekkig? Een veel gehoorde verklaring is dat ons brein namen automatisch verandert in oorzaken. Die
verklaring gaat er echter vanuit dat denkwijzen door de tijden heen hetzelfde blijven. Maar in tijden van holisme reïficeerde
men niet. Pas met het diagnostische denken ontstond het entiteitsmodel van ziekte. Rosenberg tekent ook aan dat dit een typisch
westers model is. Hij schrijft de victorie ervan toe aan de bureaucratisering van de zorg samen met de ontwikkeling van
medische technologie, die beide de laatste tijd een groeispurt beleefden. Het is nodig mensen te rubriceren voor
gestandaardiseerde zorg en het testen van technologie, die overigens ook veel goeds brachten.
Maar wat dan te denken van de recente ontwikkelingen waarin het geoorloofd werd om de bestaande psychiatrische ziektenamen op
steeds meer mensen van toepassing te achten? In dat opzicht behoeft Rosenbergs analyse een aanvulling. De filosofische
vakliteratuur kent het woord '
biopower' dat staat voor een gezondheidspolitiek die zich ongemerkt en met de beste bedoelingen
heeft verspreid. Vanaf het eind van de vorige eeuw kreeg het idee de overhand dat de rol van overheden beperkt kan blijven als
mensen zelf, op basis van verschafte informatie, de juiste keuzen kunnen maken voor hun huidige en toekomstige bestaan. We
moeten volgens deze neoliberale politiek de oorzaak en de aanpak van problemen bij onszelf zoeken en aan de slag gaan met
onze gezondheid en die van onze kinderen. Dat kan zonodig met hulp van deskundigen en medicijnen, maar gebeurt liefst met
technieken als '
e-mental health' of zelfhulpmiddelen als vitaminen of sportschoolbezoek en vooral door veel voorlichtingsmateriaal.
Tijdschriften als Psychologie Magazine springen hierop in met artikelen over '
workouts' voor de hersenen ter voorkoming van
depressie en alzheimer. Ook een blad als
Elsevier laat regelmatig van zich horen met voorlichting over psychische gezondheid
waar je zelf wat aan kunt doen. Zowel in mei 2010 als in mei 2011 kwam er een themanummer uit met '11 pagina's met de nieuwste
wetenschappelijke inzichten om lichaam en brein op te peppen', beide keren met een gespierde hardloopster op het omslag.
Handboek PDD-NOS Column: april 2013
De term 'biopower' staat, anders gezegd, voor regulering van de samenleving via de vrije keuze van het individu dat zijn eigen
belangen begrijpt en nastreeft. Het is een machtsuitoefening van mensen onderling die elkaar voorhouden dat ze het lot in eigen
hand moeten nemen, ook en vooral als dat lot biologisch is. De samenleving is volgens deze opvatting slechts maakbaar door de
individuen die haar vormen. Vanuit dit ideaal bezien is gezondheid geen kwestie meer van pech of geluk, maar van moraliteit en
verdienste. Wie niet aan zijn gezondheid werkt schaadt niet alleen zichzelf maar is de samenleving tot last.
Reïficeren, voeg ik hieraan toe, is zo hardnekkig omdat het de borgpen is van dit ideaal. Trek die pen eruit en de constructie
valt uit elkaar. Alleen op voorwaarde dat we onwenselijke gevoelens en gedragingen als stoornissen in onszelf lokaliseren,
blijven we hard met dat zelf aan de gang. Doordat het niet meer om definities gaat maar om entiteiten die ons treffen, verdwijnen
bovendien maatschappelijke oorzaken van neerslachtigheid, angst of onvermogen uit het zicht. Reïficeren suggereert dat zelfs de
geringste onvermogens een kwestie van inherente tekortkomingen zijn, zodat een maatschappij ontstaat waarin mensen zichzelf en
hun kinderen als hun eigen voornaamste project gaan zien.
Mijn ideale samenleving samenleving is dit niet. Diagnostische categorieën kunnen nuttige functies hebben, maar wat meer
holistisch denken heeft eveneens zijn goede kanten. Een samenleving kan de aanpak van leed en onvermogen ook zoeken in een
zachtzinniger omgang met elkaar. Neem de mensen die we in Nederland 'allochtonen' noemen. De gezondheidszorg signaleert bij
hen veel onbehandelde 'angst- en stemmingsstoornissen'. Zouden we gewoon zeggen dat immigranten vaak angstig en ongelukkig
zijn, dan komen we eerder op de vraag of ze daar misschien goede redenen voor hebben. Is het niet begrijpelijk dat ze zich
ellendig voelen (of opstandig als het om jongeren gaat) door een permanente negatieve pers en vijandige bejegening? De meeste
mensen worden al ongelukkig als winkelpersoneel één keer onaardig tegen hen doet. Aandacht vragen voor stoornissen bij
immigranten is goed bedoeld, maar met mensen omgaan is niet hetzelfde als hen behandelen. De geestelijke gezondheidszorg blijft
zo ook dweilen met een open kraan.
Voor 'autochtonen' is evengoed een meer maatschappelijke benadering denkbaar van veel soorten verdriet en onvermogen. Een
structurele aanpak kan op termijn effectiever en dus economischer zijn, maar is vooral rechtvaardiger. Denk aan de achterdocht
uitdrukkende en stress verhogende prestatie-indicatoren op de werkvloer, die niet zelden gepaard gaan met de aansporing om jezelf
weerbaarder te maken tegen depressie. Of denk aan het gevoel van waardeloosheid dat oudere mensen wordt bijgebracht samen met
de gedachte dat hersengymnastiek goed is tegen alzheimer en allerlei ander ongemak. Preventie van ziekte hoeft niet altijd aan
te grijpen bij het individu maar kan ook door ziekmakende omstandigheden te veranderen.
Ik weet het, een pleidooi voor maatschappijverandering klinkt alsof ik niet van deze wereld ben. De samenleving en het
overheidsbeleid gaan een heel andere kant op. Voorlopig komt er niet meer maar juist minder acceptatie van menselijke diversiteit.
Velen zeggen elkaar nu na dat 'de multiculturele samenleving is mislukt' en de 'verzorgingsstaat' al helemaal. Het onderlinge
ongeduld neemt in rap tempo toe, zodat een psychiatrische diagnose vaak het enige excuus en dus een opluchting is. Tegelijkertijd
drukken forse bezuinigingen op de geestelijke gezondheidszorg uit dat mensen meer aan zelfbehandeling moeten doen. Zo dreigt zich
in Nederland een samenleving te ontwikkelen naar het voorbeeld van Engeland en de VS: afbouw van de zorg, maar zeker geen afname
van het aantal mensen dat psychisch ziek heet te zijn.
Vooral signalen van mogelijk wangedrag krijgen in neoliberale landen volop aandacht. Naarmate mensen meer verantwoordelijk zijn
voor hun bestaan groeit de angst voor anderen die hun belangen in de weg kunnen staan. De focus op criminaliteit in de media
wordt snel groter en documentaires over psychopathie doen ook in Nederland velen griezelen. Dat bepaalde stoornissen met misdaad
gepaard kunnen gaan, vult krantenkolommen en overheidsrapporten. Daarbij gaat het niet alleen om schokkende voorbeelden, zoals
de psychisch gestoorde man met een wapenvergunning die dit voorjaar in Alphen aan den Rijn een aantal mensen vermoordde.
Minister Schippers van Volksgezondheid nam onlangs een rapport van het Trimbos Instituut in ontvangst over de samenhang tussen
ADHD bij volwassenen en de antisociale persoonlijkheidsstoornis. Wordt ook u straks op ADHD gescreend, besef dan terdege dat de
'symptomen' daarvan 'heterogeen en subtiel' kunnen zijn.
Trudy Dehue is
hier te bereiken.
Meer info in het boek 'De Depressie Epidemie' van Trudy Dehue: