Jaargang 11
Nummer 06 - juni 2013
Fred de Vries - schrijver

[Recensie] Brein bedriegt

Het boek 'Brein bedriegt' van Peter Vermeulen gaat gebukt onder een wat verwarrende ondertitel: 'als autisme geen autisme is'. De meeste mensen zullen dan menen dat het boek PDD-NOS als onderwerp zal hebben want zo wordt, volgens de DSM-IV, de stoornis genoemd als de signalen en symptomen net niet de diagnose van autisme rechtvaardigen, maar een patiënt toch niet helemaal als 'normaal' kan worden bestempeld.

'Brein bedriegt' gaat echter over het Syndroom van Asperger, een diagnose die het best omschreven kan worden als PDD-NOS minus diens communicatieve problemen. Met andere woorden: de sociale vaardigheden zijn onder het niveau van dat wat verwacht zou kunnen worden en er is een sterke hang naar sameness, het actief tegengaan van veranderingen.

Nu deze puntjes zijn opgehelderd kunnen we eens gaan kijken naar de inhoud van het boek zelf en dan blijkt het een bijzonder leesbaar en interessant boek te zijn. Mensen, die de diagnose van het Syndroom van Asperger hebben gekregen, blijken meesters te zijn in het camoufleren en compenseren van hun beperkingen. Voor hun omgeving zijn het intelligente en spreekvaardige mensen, maar onderhuids blijven de sociale problemen sluimeren.

Autisme is per definitie een lastig te diagnosticeren en waar te nemen stoornis. Aan het uiterste einde van de glijdende schaal zit het 'ware' autisme, maar hoe verder iemand daarvan af zit, hoe minder duidelijk het is of er een daadwerkelijk probleem bestaat. Iemand met een wat mildere vorm van autisme, zoals PDD-NOS of het Syndroom van Asperger, kan heel onopvallend door het leven gaan indien zijn omgeving bekend, duidelijk en voorspelbaar blijft. Pas in stresssituaties worden de beperkingen duidelijker zichtbaar.

Vermeulen merkt op dat er nauwelijks verschillen lijken te bestaan tussen autisme en het Syndroom van Asperger. Dat klopt want als PDD-NOS een milder vorm van autisme is en Asperger een variant van PDD-NOS, dan kun je stellen dat het, zoals Vermeulen zegt, inderdaad als een eeneiige tweeling gezien kan worden.




Handboek PDD-NOS Column: juni 2013

Specifieke interesses en preoccupaties zijn vaak afwijkend van die van leeftijdsgenoten zonder een ontwikkelingsstoornis. Ze zijn welbepaalder, vreemder en hebben ook meer impact op tijdsbesteding. Ze besteden dus meer tijd aan minder onderwerpen. Die beperkte, specifieke en vreemde interesses, hangt volgens Vermeulen samen met de weerstand tegen veranderingen.

Vermeulen legt daarbij de nadruk op begeleiden, niet dirigeren. "Mensen met autisme staan erg op hun zelfstandigheid. Ze houden er niet van dat anderen hen dicteren of opleggen wat ze moeten doen. Dat nemen ze niet, en terecht. Ze willen zich gerespecteerd voelen in zowel hun mogelijkheden als tekorten", aldus Vermeulen.

Het boek maakt duidelijk dat mensen met het Syndroom van Asperger gedurende hun leven tegen behoorlijk wat blinde muren kunnen oplopen, maar dat in de meeste gevallen de omgeving er meer last van zal hebben dat die persoon zelf. Alleen zijn betekent niet altijd eenzaam zijn, communicatie is vaak welsprekend maar niet vanzelfsprekend. De neiging om zich te verliezen in grafieken, verzamelingen en onderwerpen levert in ieder geval tijdelijk een interessant gesprek met zo iemand op. De tekortkomingen blijken, zoals gezegd, in veel gevallen heel goed gecamoufleerd en gecompenseerd te kunnen worden.

Het leven is voor iedereen een zaak van vallen en opstaan. Iemand, die de diagnose van het Syndroom van Asperger heeft gekregen, zal vermoedelijk wat vaker vallen en daardoor ook wat vaker moeten opstaan, maar uiteindelijk zal het in veruit de meeste gevallen wel goed met hem of haar aflopen.

Wat overblijft is een zeer interessant boek dat zeker een plekje in de boekenkast verdient van mensen uit de omgeving van iemand met het Syndroom van Asperger.

Het boek is hier te bestellen.