Jaargang 11
Nummer 11 - november 2013
Fred de Vries - auteur

Autisme en bacteriën in de darm

In onze darm wonen miljarden bacteriën. Ze zorgen voor een goede vertering en houden ons gezond. Eigenlijk leven we in symbiose met deze bacteriën: zij hebben ons nodig en wij hebben hen nodig. Er bestaan nogal wat theorieën dat een tekort of overschot aan bepaalde bacteriën kan leiden tot problemen, zoals vertering, lichaamsgewicht, immuniteit tegen ziekteverwekkers, stemming en zelfs de gezondheid van je hart, longen en bloedvaten.

Maar pas nu beginnen we een beetje de verbanden te begrijpen. Wetenschappers berichtten recent de resultaten van hun onderzoek, dat zich specifiek richtte op goedaardige bacteriën in kinderen, die de diagnose autisme en PDD-NOS hadden gekregen. Het bleek dat deze kinderen aanzienlijk minder van bepaalde types bactieriën in hun darmen hadden en bovendien behoorlijk lagere hoeveelheden van belangrijke bacteriën van een aantal families, zoals Prevotella, Coprococcus en Veillonalleceae. Deze bacteriën spelen een belangrijke rol bij de afbraak van koolhydraten en/of de vergisting. Te weinig betekent dat bepaalde voedingsmiddelen onvoldoende worden afgebroken en er dus te weinig bouwstoffen in het lichaam worden opgenomen. Die bouwstoffen kunnen op hun beurt weer noodzakelijk zijn bij de aanmaak van neurotransmitters als serotonine.

Een van de reden waarom men het onderzoek begon was de wetenschap dat kinderen met autisme en PDD-NOS vaak klachten hebben die terug te voeren zijn op de maag en darmen. Onderzoek heeft aangetoond dat, wanneer deze klachten worden aangepakt, ook het gedrag van deze kinderen dramatisch zou kunnen verbeteren.




Handboek PDD-NOS Column: november 2013

Rosa Krajmalnik-Brown, verbonden aan de Universiteit van Arizona (USA), denkt dat bacteriën als Prevotella horen bij een gezonde darmflora en ze gelooft dat een darm met vele bacteriesoorten een gezonde darm is.

Het onderzoek is belangrijk omdat nu is aangetoond dat er een correlatie bestaat tussen ontwikkelingsstoornissen en een gezonde (of ongezonde) darmflora. Er zal nog moeten worden onderzocht wat oorzaak is en wat gevolg: een ontregelde darmflora kan immers ook het gevolg zijn van de vaak vreemde eetgewoonten van kinderen met autisme en PDD-NOS. Ze lusten niet veel en van wat ze eten, eten ze vaak erg veel. Dat eenzijdige eetgedrag kan theoretisch invloed hebben op de ontwikkeling van de darmflora.

Maar er bestaat ook een sterk verband tussen een gezonde darmflora, de gezondheid van de hersenen en het immuunsysteem. Er is beslist nieuw onderzoek noodzakelijk naar de manier waarop deze drie zaken elkaar beïnvloeden en daaruit kan zeker een connectie naar voren komen dat een ontregelde darmflora invloed heeft op de signalen en symptomen van ontwikkelingsstoornissen.

Wat ouders moeten begrijpen is dat het allang duidelijk is dat gezonde voeding een positief effect heeft op de darmflora.

Bron: Kang et al: Reduced incidence of Prevotella and other fermenters in intestinal microflora of autistic children in PLos One - 2013