Jaargang 12
Nummer 8 - augustus 2014
Jim Faas - Voorzitter NVVA

Stigma

Het Sociaal en Cultureel Planbureau kopte recentelijk dat er onder werkgevers nauwelijks animo is om meer arbeidsgehandicapten in dienst te nemen, zoals in het sociaal akkoord is afgesproken[1].

Dat begrijp ik wel. Als iemand van overheidswege het stempel ‘arbeidsgehandicapt’ meekrijgt en voorzien is van speciale ‘rugzakjes’ om mijn risico te verkleinen, zou ik mij als werkgever ook nog eens flink achter de oren krabben. Welke knollen worden mij hier voor citroenen verkocht?

De campagnes over chronisch zieken zouden mijn achterdocht vergroten. Want het zijn er liefst 5,3 miljoen[2]. Veelal is de boodschap dat de ernst en omvang van het leed wordt onderschat. Zijn er eigenlijk nog wel gezonde landgenoten die normaal kunnen werken? Via reclamespots liet men onlangs het publiek weten dat artsen de problematiek van autisten en ADHD-ers schromelijk onderschatten.

Zo moeten we op geleide van calvinistische schuldgevoelens zeeën van begrip opbrengen voor een eindeloze reeks miskende aandoeningen. En tel onderweg al het lichamelijk onverklaarbare leed er maar bij op. Iedereen wil erkenning voor zijn zeer bijzondere kwaal en bijbehorend lijden, gesteund door een industrie van stichtingen die welig bloeit op subsidies en liefdadigheid.

Maar als werkgever zou ik willen weten of mijn sollicitant de klus aankan en of hij mij niet bij het eerste zuchtje tegenwind laat zitten. Of hij niet overal ruzie maakt, slordig is, of de kantjes eraf loopt. Als het even kan zou ik heel veel willen weten[3].
Maar waarom zou ik moeten weten welke aandoening mijn sollicitant heeft? Ik ben toch werkgever en geen dokter?
Maar overheid en liefdadigheid houden niet op mij onder de neus te wrijven dat dit relevante informatie is, die ik onderschat. Zo gaan stigma’s de participatie in de weg zitten.

Kan deze geest nog terug in de fles? Nog niet zo lang geleden was het heel gewoon om je kruis in stilte te dragen. Waar is die tijd gebleven? Nu doen succesvolle Nederlanders exhibitionistische ontboezemingen over hun ziekte. Kunst!




Handboek PDD-NOS Column: augustus 2014

Maar wat als je zelf een anonieme werkloze, zzp’er of tijdelijke kracht met zo’n aandoening bent. En je bent niet met een gouden lepel in je mond geboren. Wat zou zo’n reclamespot trouwens opleveren? Scheidend voorzitter Hans Kamps van de uitzendkoepel weet er wel raad op: ‘zonder een etiket op je voorhoofd kan je via een uitzendbureau bij een werkgever aan de slag, want de inlener weet niets van je achtergrond’[4].
Is dat eigenlijk erg? Volgens TNO is in 2020 een op de drie werknemers flexwerker[5].

Er kan maar één conclusie zijn: tenzij het echt niet anders kan omdat het zo zichtbaar is dat je wel moet: laat je op de arbeidsmarkt niet in de kaart kijken en houd je medische sores voor je! Dat is een kleine prijs voor wat minder begrip en erkenning: ‘you can’t have your cake and eat it’. Lieg desnoods als er vragen worden gesteld naar je gezondheid. En voor al diegenen die in stilte hun kruis dragen: ik draag jullie een warm hart toe. Hou vol en erger je niet aan de etaleurs...

[1] Rapport ’Vraag naar Arbeid’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau - mei 2014

[2] Link: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-en-aandoeningen/chronische-ziekten-en-multimorbiditeit/hoeveel-mensen-hebben-een-of-meer-chronische-ziekten/

[3] TNS/NIPO onderzoek, Biervliet en Snel -2011

[4] Dagblad Trouw 14 mei 2014: Interview Hans Kamps

[5] TNO/ABU rapport ‘De toekomst van flex’ - mei 2014

Deze column is eerder verschenen in Medisch Contact en is met uitdrukkelijke toestemming van de schrijver overgenomen.