Jaargang 16
Nummer 5 - mei 2018
Fred de Vries

ADHD: Methylfenidaat en een groei-achterstand

Soms hebben medicijnen op de langere termijn onbedoelde effecten die men in de onderzoek- en testperiode niet heeft voorzien.

Een voorbeeld daarvan is methylfenidaat (Ritalin, Concerta en meer). Methylfenidaat is het meest voorgeschreven en meest geslikte medicijn tegen de uiterlijke tekenen van ADHD. In Nederland gebruiken jaarlijks 228 duizend mensen deze pillen, het merendeel tussen de 5 en 24 jaar.

Uit onderzoek onder de kinderen blijkt dat kortdurend gebruik verlichting van symptomen kan geven. In dat zogenaamde Multimodal Treatment Study of Children with ADHD (MTA) kwam naar voren dat er na acht jaar geen verschillen bleken te bestaan tussen kinderen die verschillende interventies (medicatie, therapie) hadden ondergaan[1]. Kinderen met ADHD bleken allemaal meer leerachterstanden en sociale problemen te hebben dan kinderen zonder ADHD. Ze hadden bovendien meer gedragsproblemen, resulterend in processen-verbaal van de politie. Ook hadden die kinderen vaker een depressie en werden vaker opgenomen voor psychiatrische problemen.

Na acht jaar was het merendeel van de kinderen (61.5 procent) met het innemen van hun medicatie gestopt[2]. Dit suggereert dat de medicinale behandeling zijn aantrekkingskracht of nut bij veel families na verloop van tijd verliest. Kinderen, die gestopt waren met hun medicatie, bleken na die acht jaar net zo goed (of slecht) te presteren dan kinderen die trouw hun medicatie waren blijven slikken. De onderzoekers komen tot de voorzichtige conclusie dat methylfenidaat na een jaar of twee zijn werkzaamheid geleidelijk verliest.



Handboek PDD-NOS Column: mei

In 2017 verscheen het volgende onderzoek over de vervolgperiode van 16 jaar[3]. In vergelijking met de vergelijkingsgroep vertoonde de ADHD-groep met 25 jaar nog steeds statistisch behoorlijk meer ADHD-gedrag. Die gedragingen waren weliswaar afgenomen maar niet verdwenen. Wat betreft de volwassen lengte was de ADHD-groep gemiddeld 1,29 cm korter dan de vergelijkingsgroep. Bij de patiënten, die langdurig medicamenteus waren behandeld, was de lengtegroei onderdrukt maar was geen sprake van een afname van de ernst van de ADHD-gedragingen.

Met andere woorden: je kind heeft na een jaar of twee niet of nauwelijks voordelen van medicinale behandeling van de symptomen van ADHD, maar liepen ondertussen wel een groeiachterstand op. Die groeiachterstand wordt nooit meer ingehaald.

[1] MTA Cooperative Group: A 14-month randomized clinical trial of treatment strategies for attention-deficit/hyperactivitydisorder. The MTA Cooperative Group. Multimodal Treatment Study of Children with ADHD in Archives of General Psychiatry – 1999
[2] Molina et al: The MTA at 8 years: Prospective follow-up of children treated for combined type ADHD in the multisite study in Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry – 2009
[3] Swanson et al: Young adult outcomes in the follow-up of the multimodal treatment study of attention-deficit/hyperactivity disorder: symptom persistence, source discrepancy, and height suppression in Journal of Child Psychology and Psychiatry – 2017