Jaargang 18
Nummer 12 - december 2020
Fred de Vries - Auteur

Visconsumptie en Schoolprestaties

Meervoudig onverzadigde vetzuren zoals docosahexaeenzuur (DHA) en eicosapentaeenzuur (EPA) die aanwezig zijn in vette zeevis zijn essentieel voor een gezonde ontwikkeling van het menselijk brein.

Hoeveel DHA en EPA hoeveel onze hersenen vandaag de dag nodig hebben om optimaal te kunnen functioneren is een nog steeds onbeantwoorde vraag.

DHA en EPA worden als semi-essentieel beschouwd, zodat ze voornamelijk via de voeding moeten worden ingenomen. De Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH) van DHA en EPA, of van vis die deze vetzuren bevat, is echter nog niet wetenschappelijk vastgesteld. Het eten van vis wordt weliswaar vaak aanbevolen en wordt over het algemeen als gunstig beschouwd voor de gezondheid en cognitieve ontwikkeling bij kinderen en adolescenten, maar echt bewijs ontbrak. Tijd voor een onderzoek.

Onderzoekers analyseerden daarom de gegevens van een grote cohortstudie om het verband tussen visconsumptie en cognitieve schoolprestaties bij kinderen en adolescenten te beoordelen[1].

Die gegevens haalden ze uit het Duitse cohort van gezondheidskwesties voor kinderen en adolescenten KiGGS, uitgevoerd tussen 2003 en 2006 uitgevoerd onder meer dan 17.000 kinderen[2]. Op die gegevens werden allerlei statistische modellen losgelaten om te bekijken of er een verband kon worden vastgesteld tussen de consumptie van vis en schoolprestaties. In de modellen zijn bovendien mogelijke verstorende factoren meegenomen.




Handboek PDD-NOS Column: december 2020

Er werd een statistisch belangrijk verband gevonden tussen een inname van acht gram vis per dag en de kans om een hoger eindcijfer te kunnen behalen, vergeleken met geen of een zeer beperkte visconsumptie. Deze relatie was echter niet lineair, maar had de neiging om weer af te nemen bij hogere hoeveelheden vis.

De resultaten van dit onderzoek bevestigen de uitkomsten van eerder onderzoeken. Ook daar werd een positief verband tussen visopname en schoolprestaties vastgesteld. Interessant is natuurlijk in dit onderzoek dat de onderzoekers ontdekten deze relatie niet lineair was, maar de neiging had om weer af te nemen in de hoogste categorieën visinname.

De onderzoekers speculeren dat kwik of andere verontreinigende stoffen in de vis bij hogere waarden schadelijk kunnen zijn voor de (ontwikkeling van de) hersenen. Met andere woorden: vis is gezond, maar is intussen zo verontreinigd dat teveel vis ook weer niet goed is.

Aangezien slechts de helft van alle kinderen voldeed aan de aanbevelingen voor minimale visinname, zou de visconsumptie bij deze kinderen sterker moeten worden bevorderd om te voldoen aan de minimale behoeften van meervoudig onverzadigde vetzuren.

[1] Lehner et al: Fish consumption is associated with school performance in children in a non-linear way: Results from the German cohort study KiGGS in Evolution, Medicine and Publich Health – 2019. Zie hier.
[2] Mensink et al: Lebensmittelverzehr bei Kindern und Jugendlichen in Deutschland: ergebnisse des Kinder- und Jugendgesundheitssurveys (KiGGS). in Bundesgesundheitsblatt - 2007