Jaargang 21
Nummer 1 - januari 2023
Fred de Vries - Auteur

Vitamine K-tekort en Cognitie

Vitamine K (of fylochinon) is een wat minder bekende vitamine. Vitamine K zit in groene bladgroenten, maar ook in andere groenten, fruit, melk en melkproducten, vlees, eieren en granen. Kleinere hoeveelheden vitamine K2 komen ook voor in lever, kaas en eigeel.

Vitamine K zijn onmisbaar voor (de activering van) stollingsfactoren. Een tekort van vitamine K kan daardoor ook leiden tot bloedingen. Ook is vitamine K betrokken bij de regulatie van botmineralisatie. Het botproteine osteocalcine is afhankelijk van vitamine K. Om deze reden wordt vermoed dat vitamine K ook een rol speelt bij het voorkomen van osteoporose. Bovendien is vitamine K essentieel voor (de activering van) een proteine die een van sterkste remmers van kalkafzetting in de vaatwand is. Tot slot is vitamine K betrokken bij de aanmaak van een eiwit dat een belangrijke regulator is van celdeling, celdifferentiatie en celmigratie. Het beschermt cellen tegen apoptose, ofwel geprogrammeerde celdood.

Zo, zul je op dit moment denken, die onbekende vitamine heeft het maar druk. Maar de wetenschap staat nooit stil en dat geldt ook voor vitamine K. Het blijkt dat deze vitamine mogelijk ook belangrijk is voor een goede cognitie. Twee recente publicaties laten een verband zien tussen de vitamine K-status en cognitieve achteruitgang.

Er komen steeds meer aanwijzingen dat een lage vitamine K-status de kans op cognitieve achteruitgang en zelfs de ziekte van Alzheimer kan verhogen.

Beter geheugen en betere hersendoorbloeding
Onderzoekers hebben voor een studie bij een groep van 800 ouderen (gemiddelde leeftijd 76 jaar) bekeken of de vitamine K-status enig verband heeft met de cognitieve functie[1]. Verschillende epidemiologische studies maakten dit verband namelijk aannemelijk, maar de relatie is nog niet eerder onderzocht met een goede vitamine K-marker.

Om de vitamine K-status te bepalen gebruikten de onderzoekers in de bovenstaande studie de bloedmarker niet-gecarboxyleerd osteocalcine, ook wel inactief osteocalcine genoemd. Osteocalcine is een eiwit dat uitsluitend gecarboxyleerd wordt, oftewel geactiveerd wordt, in aanwezigheid van vitamine K. De concentratie inactief osteocalcine is dan ook een betrouwbare marker om de vitamine K-status uit af te leiden.

De deelnemers voerden een cognitief onderzoek uit (Mini Mental State Examination, afgekort tot MMSE) en er werd een bloedonderzoek gedaan om de concentratie inactief osteocalcine te bepalen.

Vervolgens werden de deelnemers op basis van deze bloedwaarde ingedeeld in drie groepen: mensen met een relatief lage, met een gemiddelde en met een hoge concentratie niet-gecarboxyleerd osteocalcine. Analyse van de data liet zien dat mensen met een lagere vitamine K-status (hogere concentratie niet-gecarboxyleerd osteocalcine) vaker last hadden van cognitieve achteruitgang dan mensen met een hogere vitamine K-status. Zij hadden 35% meer kans op milde cognitieve problemen.

De wetenschappers voerden ook nog een subanalyse uit met de data uit de MMSE. Dit cognitieve onderzoek richtte zich op de deelgebieden orientatie, registratie, calculatie, geheugen en taal.




Handboek PDD-NOS Column: januari 2023

Uit dat onderzoek bleek dat de mensen met een lage vitamine K-status eveneens vaker problemen hadden met orientatie, calculatie en taal. Een lage vitamine K-status lijkt daarom verband te houden met een aantal specifieke cognitieve problemen.

De resultaten van het onderzoek zijn in lijn met de resultaten van een andere onderzoeksgroep die in dezelfde periode een studie publiceerde, waarin de relatie tussen de vitamine K-status en cognitieve achteruitgang en neuropathologie werd onderzocht[2].

Zij ontdekten dat het vitamine K-gehalte in verschillende hersengebieden voorspellend kan zijn voor neuropathologische problemen. Zo hadden mensen met een hogere concentratie vitamine K in de hersenen 17% en 20% minder kans op respectievelijk dementie en milde cognitieve achteruitgang. Bovendien hadden deze mensen minder vaak (last van) de ziekte van Alzheimer.

Vitamine K2, variant MK-7
Vitamine K komt voor in een tweetal verschillende vormen, vitamers genoemd: vitamine K1 (phylloquinone) en vitamine K2 (menaquinone). De vorm van vitamine K1 komt voor in planten, voornamelijk groene bladgroenten. Dan heb je vitamine K2, een product van bactieriele fermentatie.

Vitamine K2 komt ook nog voor in een aantal gerelateerde chemische subtypes, waarvan menaquinone-4 (MK-4) en menaquinone-7 (MK-7) het meest onderzocht zijn.

De Universiteit van Maastricht heeft verschillende onderzoeken gedaan naar het verschil in biologische beschikbaarheid tussen vitamine K1 en vitamine K2. Daaruit blijkt vitamine K2 in de vorm van MK-7 beter wordt opgenomen en langer beschikbaar blijft voor het lichaam dan vitamine K1 en vitamine K2 in de vorm van MK-4[3]. Daarom zou suppletie met MK-7 de voorkeur hebben.

Het lichaam kan zelf vitamine K2 omzetten in verschillende vormen. Zo kan vitamine K2 in de vorm van MK-7 in de hersenen worden omgezet in MK-4 dat de meest voorkomende vorm is in de hersenen en belangrijk is voor de hersenfunctie.

Bij proefdieren die MK-7 kregen was de concentratie van MK-4 in de hersenen hoger dan bij proefdieren die MK-4 (of vitamine K1) toegediend kregen. Mogelijk heeft dit te maken met de langere verblijfsduur (halfwaardetijd) van MK-7 in de hersenen ten opzichte van die van MK-4[4].

[1] Azuma et al: Association of Vitamin K Insufficiency With Cognitive Dysfunction in Community-Dwelling Older Adults in Frontiers in Nutrition : 2022
[2] Booth et al: Association of vitamin K with cognitive decline and neuropathology in community-dwelling older persons in Alzheimers and Dementia : 2022
[3] Cranenburg et al: The coagulation vitamin that became omnipotent in Thrombosis and Haemostasis : 2007
[4] Ikeda et al: Tissue Distribution of Menaquinone-7 and the Effect of α-Tocopherol Intake on Menaquinone-7 Concentration in Rats in Journal of Nutritional Science and Vitaminology : 2018